NE_SD-2100E.qxp
7/7/2005
2:21 PM
Smart Dog ondergronds omhein-
ingssysteem voor huisdieren
Model SD-2100E
De wandzender
De zender is het controlecentrum van het systeem. Als men
het voordeksel oplicht ziet men de schakelaars waarmee
het systeem kan worden aangepast aan uw behoeften.
1. Veldbreedte Regeling – Regelt hoe dicht uw hond de
draad kan benaderen vooraleer de waarschuwingstoon te
horen.
2. Veldgrootte- Zet de schakelaar op klein (SM) voor instal-
laties van maximum 300 meter draadlengte.
3. Stimulatieniveauschakelaar- Selecteer uit de niveaus
Laag, Gemiddeld of Hoog (Low, Medium, of High), het cor-
rectieniveau dat uw hond zal voelen na de tweede
waarschuwingstoon (enkel LAAG en GEMID. selecties)
(enkel LOW en MED selecties). De toon zal onmiddellijk met
de correctie afgaan als het niveau op Hoog (High) is
ingesteld.
4. Omheiningsdraad Poolklemmen- Verbindingen van de
omheiningsdraad.
5. Halsbandontvanger Laden Aanmaning- Op A instellen om
u er aan te herinneren de halsband alle 30 dagen te her-
laden. Zet de schakelaar op B voor alle 60 dagen.
Controleer altijd het verklikkerlampje voor lage batterij
vooraleer de halsband aan uw hond te doen.
NOTA: De aanmaningstoon voor het herladen wordt terug
op nul gesteld door de halsbandontvanger langer dan vijf
minuten in de laadhouder te plaatsen.
6. Stroomaansluiting – Stroom voor het insluitsysteem
geleverd door de 24 volt adapter aangesloten in een 220
volt stopcontact.
7. Reservebatterij Verklikker- Als de stroom naar het sys-
teem onderbroken wordt, zal de reservebatterij het systeem
voor maximum 40 uren voeden. Installeer hiervoor 8 AA
alkalische batterijen (niet inbegrepen). De verklikkertoon zal
Wandzender–
10. Aanduidingslicht
Bedieningsknoppen
Gebruiker
1. Veldbreedte
Regeling
2. Veldgrootte
Schakelaar
8. Stroom AAN/UIT
(ON/OFF) Schakelaar
3. Stimulatieniveau
Schakelaar
7. Reservebatterij
Verklikker
4. Omheiningsdraad
Poolklemmen
6. Stroomaansluiting
5. Halsbandontvanger Laden Aanmaning
afgaan als de batterijen vervangen moeten worden. Voor de
veiligheid van uw hond, moet de batterij-noodvoeding aan
zijn en altijd in goede werkconditie gehouden worden.
8. Stroom AAN/UIT (ON/OFF) Schakelaar.
9. Alarmvolume- Regeling van het alarmvolume.
10. Aanduidingslicht en Alarm- Het licht in de voorkant van
de zender zal de volgende condities aangeven.
Page 20
ZENDER STATUS INDICATIES
STATUS LICHT
ALARM
CONDITIE
TOON
CONTINU GROEN
NEEN
STROOM AAN / SYSTEEM OK
KNIPPEREND GROEN
NEEN
OPLADEN ONTVANGER
KNIPPEREND ROOD
JA
OMHEININGSSDRAAD GEBRO
KEN OF LOS
KNIPPEREND ROOD EN GROEN
JA
LADEN ONTVANGER
AANMANING
KNIPPEREND GEEL
JA
RESERVEBATTERIJ LAAG
GEEN
JA
AC STROOM ONTKOPPELD
WERKT OP BATTERIJ
GEEN
NEEN
ZENDER UIT OF STROOM
ONTKOPPELD
Over-Stimulatie Bescherming – In het onwaarschijnlijke
geval dat uw hond "verstrikt geraakt" in het insluitingsveld,
zal deze voorziening de stimulatie tot 10 seconden
beperken. Het systeem zal afslaan voor 10 seconden
vooraleer de stimulatie te hernemen voor een andere 10
seconden. Dit patroon zal zich herhalen voor maximum drie
cyclussen, of een duur van 60 seconden.
Doorlooppreventie – Uw systeem heeft speciale
voorzieningen om te beletten dat uw hond door het
insluitveld zou lopen zonder een sterke stimulatie te activ-
eren. De ontvanger verhoogt automatisch de stimulatie als
uw hond meer dan 1/3 van het insluitveld ingaat, ongeacht
het stimulatieniveau dat op de zender is ingesteld.
Bijvoorbeeld, als het signaal waargenomen wordt op 4 m
van de draad en uw hond loopt in het insluitveld, dan wordt
deze voorziening geactiveerd als de hond ongeveer 2.5 m
van de draad is. Op dit punt zal uw hond automatisch het
hoogste niveau stimulatie ontvangen.
INDICATOR LIGHT
TOONHOOGTE
CONDITIE
KNIPPEREND GROEN
GEEN
HALSBAND KLAAR OM TE REAGEREN
(ONGEVEER ELKE 2 SEC.)
OP HET INSLUITVELD
ONDERBROKEN
waarschuwing TOON WEERGAVE
PULSEREND GROEN
LAGE TOON
ONDERBROKEN
BEGINNIVEAU STIMULATIE WORDT
PULSEREND ROOD
GEMIDDELDE TOON
GELEVERD
ONDERBROKEN
DOORLOOPSTIMULATIE WORDT
HOGE TOON
GEGEVEN
KNIPPEREND ROOD
GEEN
ONTVANGERBATTERIJ LAAG
(EENMAAL ELKE 2 SECONDEN )
STIMULATIE IS GEBLOKKEERD
GEEN
CONTINU GROEN
(OVERSTIMULATIE
BESCHERMING ACTIEF)
9. Alarmvolume
OVERSTIMULATIE BESCHERMING HEEFT
KNIPPEREND GEEL
GEEN
Regeling
DRIE CYCLUSSEN OVERSCHREDEN
(EENMAAL ELKE 2 SECONDEN)
(STIMULATIE GEBLOKKEERD TOT UW
HOND TERUGKEERT NAAR DE VEILIGE
ZONE)
GEEN
GEEN
ONTVANGERBATTERIJ
VOLLEDIG LEEG
De Halsbandontvanger
De halsbandontvanger is bevestigd aan
een nylon halsbandriem dat door uw
hond gedragen wordt. De halsbandont-
vanger geeft de waarschuwingstoon en
correctie als uw hond probeert de tuin
te verlaten. Uw halsbandontvanger is
herlaadbaar en wordt opgeladen door
de halsband in de laadhouder boven
op de wandzender te plaatsen.
4.
De halsband aan uw hond aanpassen
De halsbandriem moet strak passen naar de bovenkant van
de nek van uw hond toe, met de halsbandontvangerdoos
aan de onderkant van de nek. U moet één vinger kunnen
steken tussen de halsbandriem en de nek van de hond. De
contactpunten moeten de huid van de hond raken om goed
te functioneren. Het is mogelijk dat u het haar een beetje
moet uitdunnen.
Belangrijke nota's:
1. Gebruik altijd de rubberen isolatoren en de halsbandriem.
Ze isoleren in vochtige omstandigheden en beveiligen de
halsbandontvanger.
2. Het contact met de huid van de hond verbetert als men
een kleine hoeveelheid haar uitdunt.
3. Dit product is aanbevolen voor honden die minstens zes
maanden of ouder zijn.
Controleer nu en dan dat de contactpunten van de halsband
goed vast zitten om te voorkomen dat de ontvanger van de
halsband zou vallen. Uw garantie dekt niet het verlies van
een halsband.
Teken een plan van
Stap 1
de omheining
• Alhoewel de omheiningsdraad slechts 2.5 - 7.6 cm diep
in de grond zit, contacteer uw nutsbedrijven om de ligging
van kabels en draden te markeren, vooraleer u begint te
graven.
• In de nabijheid van grote metalen voorwerpen en onder-
grondse kabels van elektriciteit, telefoon en TV kan interfer-
entie optreden. Leg de draad niet dichter dan 3 meters van
deze kabels. U kunt interferentieproblemen minimaliseren
door deze kabels haaks te kruisen. Zie Snelstap 1
Illustratie.
• De omheiningsdraad moet vanuit de zender een volledige
kring vormen.
• Voor de veiligheid van uw hond, is het aangeraden de
omheiningsdraad minstens 3 meter van de straat te
houden.
• Houd voor ogen dat u de draad aanlegt waar plaats is
voor een 2.5 - 7.6 cm diep insluitveld.
Insluitsignaal geneu-
traliseerd in deze zone
stripverbining
Voor- en Achtertuin Kring
Voor- en achtertuin kring. Meest gebruikelijke installatie. De
draad wordt juist aan de binnenkant van de perceellijn
gelegd en vormt een vierkant of een rechth
Zandloper Kring. Hiermee kunt u de hond ofwel in de voor-
tuin of in de achtertuin insluiten maar niet rond de zijkant
van het huis. Waar de draad parallel loopt met zichzelf, aan
de zijkanten van het huis, zorg ervoor dat de draden niet
dichter dan 180 cm van elkaar liggen om te beletten dat
het signaal geneutraliseerd wordt.
Stripverbinding
Zandloper Kring
Dubbele Kring Om uw hond enkel in de achtertuin in te
sluiten. De draad loopt rond de achtertuin, gebruik makend
van het huis als een neutrale barrière, en loopt dubbel terug
naar de zender om de volledige kring af te maken. In de
dubbele terugloop zorg ervoor dat er minstens 180 cm
afstand is tussen de lijnen om te vermijden dat het signaal
geneutraliseerd wordt.
180 cm
stripverbinding
Dubbele Kring
Stripverbindingen
Stripverbindingen
Stripverbindingen
Speciale Kringen
5.