7.4 De luchtsnelheid meten
1.
Sluit de anemometersonde aan op de meter.
2.
Druk op de functieselectieknop totdat de eenheid van de luchtsnelheid
op de display verschijnt.
3.
Druk de eenheidsselectieknop in om de eenheid van de luchtsnelheid
te selecteren.
4.
De luchtsnelheid verschijnt op de display.
7.5 De temperatuur meten
1.
Sluit de temperatuur- /vochtigheidssonde aan op de meter.
2.
Druk de temperatuur/vochtigheid-selectieknop in, totdat de
temperatuureenheid op de display verschijnt.
3.
Druk op de °C/°F-selectieknop om de temperatuureenheid te
selecteren.
4.
De waarde verschijnt op de display.
7.6 De vochtigheidsgraat meten
1.
Sluit de temperatuur- /vochtigheidssonde aan op de meter.
2.
Druk de temperatuur/vochtigheid-selectieknop in, totdat de eenheid
van de vochtigheid op de display verschijnt.
3.
De waarde verschijnt op de display.
7.7 Kalibreren
1.
Selecteer de frequentieweging A.
2.
Sluit de microfoon voorzichtig aan op de kalibrator (niet meegelev.).
3.
Kalibreer de microfoon tot 94 dB met de potentiometer CALL. Gebruik
hiervoor de meegeleverde kalibratietool.
Opmerkingen:
Het is raadzaam om de meter eenmaal per jaar te kalibreren.
•
Velleman NV verstrekt geen kalibratiecertificaat.
•
8. Reiniging en onderhoud
Maak het toestel geregeld schoon met een vochtige, niet pluizende
•
doek. Gebruik geen alcohol of oplosmiddelen. Dompel het toestel NOOIT
onder in een vloeistof.
Bewaar de meter op een droge plaats en vermijd blootstelling aan vocht
•
en trillingen.
Verwijder de batterij wanneer u de meter voor een lange periode
•
opbergt.
V. 02 – 29/01/2016
DEM900
11
©Velleman nv