<Toegestane lengte>
1 M-NET-afstandbediening
•
Grootste lengte via buitenapparaten: L
•
Grootste lengte transmissiekabel: L
•
Lengte kabel afstandsbedieningseenheid: r
2 MA-afstandbediening
•
Grootste lengte via buitenapparaten (M-NET-kabel): L
•
Grootste lengte transmissiekabel (M-NET-kabel): L
•
Lengte kabel afstandsbedieningseenheid: c
3 Transmissieversterker
Grootste lengte transmissiekabel (M-NET-kabel): 1 L
•
•
Lengte kabel afstandsbedieningseenheid: r
10.4. Bedrading van netvoeding en capaciteit van apparatuur
Schematisch diagram voor bedrading (Voorbeeld)
[Fig. 10.4.1] (P.7)
A Draadonderbrekingsschakelaar (Aardlekschakelaar)
D Trekdoos
Dikte van de netvoedingskabels, in-/uitschakelcapaciteiten en systeemimpedantie
Hoofdkabel
P400
Buitenapparaat
P500
Totale bedrijfs-
16 A of minder
stroomsterkte van
25 A of minder
binnenunit
32 A of minder
1. Gebruik voor buiten- en binnenapparaat gescheiden stroomvoorzieningen.
2. Houd bij het aanbrengen van bedrading en verbindingen rekening met de plaatselijke omstandigheden (plaatselijke temperatuur, direct zonlicht, regenwater
enzovoort).
3. De aangegeven draadgrootte is het minimum voor metalen bedrading. Het elektriciteitssnoer moet 1 orde dikker zijn in verband met voltageverlies. Zorg
ervoor dat het voltage van de stroomvoorziening niet meer dan 10 % daalt.
4. De bedrading moet voldoen aan de plaatselijke eisen.
5. De elektriciteitssnoeren voor onderdelen van apparaten die buiten worden gebruikt, mogen niet lichter zijn uitgevoerd dan flexibel snoer met polychloropreen
omhulsel (ontwerp 245 IEC57). Gebruik bijvoorbeeld snoeren van het type YZW.
6. Bij het installeren van de airconditioner moet worden voorzien in een schakelaar met tenminste 3,5 mm afstand tussen de contacten in elk van de polen.
7. Dit apparaat moet worden aangesloten op een stroomvoorziening met een maximaal toegestane, in de bovenstaande tabel vermelde systeemimpedantie
aan het aansluitpunt (stopcontact) van de stroomvoorziening van de gebruiker.
De gebruiker dient te controleren of de stroomvoorziening voor het apparaat aan de hierboven vermelde eisen voldoet.
Indien nodig kan de gebruiker de systeemimpedantie aan het aansluitpunt opvragen bij zijn lokale stroomleverancier.
Waarschuwing:
•
Zorg ervoor dat de gespecificeerde draden gebruikt worden zodat geen externe kracht uitgeoefend wordt op de klemaansluitingen. Wanneer de aansluitin-
gen niet stevig bevestigd zijn, kan dit verhitting of brand veroorzaken.
•
Let er op dat u de juiste soort overstroombeveiligingsschakelaar gebruikt. De geproduceerde overstroom zou namelijk voor een deel uit gelijkstroom
kunnen bestaan.
Voorzichtig:
•
De stroomvoorziening moet zijn voorzien van een aardlekschakelaar. Wanneer geen aardlekschakelaar is aangebracht, kan dit elektrische schokken veroor-
zaken.
•
Gebruik alleen onderbrekingsschakelaars en zekeringen met de juiste capaciteit. Het gebruik van een zekering, draad en koperdraad met een te grote
capaciteit kan storingen van het apparaat of brand veroorzaken.
+L
+L
+L
en L
+L
+L
+L
en L
1
2
3
4
1
2
3
5
en L
+L
en L
+L
en L
en L
+L
1
3
4
3
5
6
2
, r
, r
, r
10 m (0,3 tot 1,25 mm
=
1
2
3
4
Wanneer de lengte groter is dan 10 m, gebruik dan afschermbedrading van 1,25 mm
worden meegenomen in de berekening van de maximale lengte en de totale lengte.
+L
+L
+L
en L
1
2
3
4
en L
+L
en L
en L
1
3
4
6
en c
+c
+c
en c
+c
1
1
2
3
1
+L
+L
+L
+L
1
2
3
5
6
2 L
+L
+L
+L
+L
1
2
3
5
7
3 L
+L
+L
200 m (1,25 mm
=
1
2
4
4 L
+L
+L
+L
, L
+L
6
5
3
4
4
, r
10 m (0,3 tot 1,25 mm
=
1
2
Als de lengte groter is dan 10 m, gebruik dan afgeschermde draad met een doorsnedeoppervlakte van 1,25 mm
bereken de lengte van dat gedeelte (L
bediening.
B
Beveiligingen voor stroomlekken
E
Binnenapparaat
Minimale draaddikte (mm
2
)
Schakelaar (A)
Aftakking
Aarde
Capaciteit Zekaering
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
10,0
1,5
1,5
1,5
2,5
2,5
2,5
4,0
4,0
4,0
+L
+L
500 m (1,25 mm
2
of dikker)
=
1
2
6
200 m (1,25 mm
2
of dikker)
=
6
2
)
2
+L
+L
500 m (1,25 mm
of dikker)
=
1
2
6
2
+L
200 m (1,25 mm
of dikker)
=
2
6
+c
+c
200 m (0,3 tot 1,25 mm
=
2
3
4
200 m (1,25 mm
2
)
=
2
=
200 m (1,25 mm
)
2
)
2
+L
+L
200 m (1,25 mm
)
=
3
5
7
2
)
en L
) dan in verhouding tot de totale lengte en de grootste afstand tot de afstands-
4
7
C
Buitenapparaat
Onderbrekingsschakelaar
voor bedrading (NFB)
63
63
60
63
63
60
16
16
20
25
25
30
32
32
40
2
. De lengte van dit gedeelte (L
2
)
Maximaal toegestane
Aardlekschakelaar
systeemimpedantie
60 A 100 mA 0,1 s of minder
60 A 100 mA 0,1 s of minder
20 A 30 mA 0,1 s of minder
(heeft betrekking op EN61000-3-3)
30 A 30 mA 0,1 s of minder
(heeft betrekking op EN61000-3-3)
40 A 30 mA 0,1 s of minder
(heeft betrekking op EN61000-3-3)
) moet
8
2
en
0,32 Ω
0,23 Ω
77