nl
144 | FWA 46xx + | Bediening
4.
Bediening
4.1
Voorbereiden van de meetplaats
Toegestane afwijking van de hoogte:
tussen links en rechts
tussen voor- en achterkant
diagonaal van linksvoor naar rechtsachter
diagonaal van rechtsvoor naar linksachter
4.1.1
Controle van de werkkuil
i
Indien nodig de afwijking van de hoogte corrigeren
door onderleggen van de draaionderstellen.
Draaionderstellen en schuifonderlagen moeten aan
de ondergrond worden vastgeschroefd.
1mm
2mm
2mm
1mm
Abb. 9:
Niveaucontrole van de meetplaats
4.1.2
Controle van de hefbrug
¶
Tijdens het werken met de hefbrug op een gelijk
niveau van de meet- en werkhoogte letten.
¶
Draaionderstellen schuifonderlagen moeten met
pennen op de hefbrug worden bevestigd.
i
De hefbrug conform de instructies van de
hefbrugfabrikant nivelleren.
|
1 690 706 098
2017-11-27
max. 1 mm
max. 2 mm
max. 2 mm
max. 2 mm
Abb. 10: Hefbrug
4.2
i
Meer informatie is te vinden in het asmeetprogram-
ma onder "Voorbereidende werkzaamheden".
Test en controleer het voertuig en corrigeer het
indien nodig.
R
Gelijke velg- en bandenmaat per as,
R
Bandenspanning en profieldiepte,
R
Toestand van de vering,
R
Toestand van de fusee-armen, wiellagers en
spoorstangengewrichten,
R
Testlasten in het voertuig verdeeld.
!
De borgstiften moeten bij het rijden van het voertuig
op de meetplaats op het draaionderstel aangebracht
zijn. Pas na het oprijden de stiften uittrekken en de
remspanner monteren.
Abb. 11: Draaionderstellen
Controle van het voertuig
Robert Bosch GmbH