► Indien de temperatuur van de omgeving (ka-
mer) lager is dan 10°C en het vochtigheidsgehalte
laag is, dan is een luchtontvochtiger overbodig.
► De luchtinlaat en –uitlaat dienen zicht minstens
op een afstand van 10 cm van de muur bevinden.
► Ter ondersteuning van het ontvochtigingsver-
mogen sluit de ramen en deuren in de ruimte
waarin de luchtontvochtiger wordt gebruikt.
► Indien het filter vuil of geblokkeerd is, daalt het
ontvochtigingsvermogen en dit kan zelfs leiden tot
een incorrecte werking van de luchtontvochtiger.
Daarom is het raadzaam om het filter minstens
één keer per maand schoon te maken. Indien er
zich veel stof in de lucht bevindt, is het raadzaam
om het filter wekelijks of zelfs dagelijks schoon
te maken. Reinig het filter met een stofzuiger of
klop deze voorzichtig uit. Het filter kan ook met
een warm sopje met een zacht (niet agressief)
schoonmaakmiddel worden uitgespoeld (<40°C).
Zorg ervoor dat het filter compleet droog is.
►
6. VERHELPEN VAN STORINGEN
►
HET APPARAAT WERKT NIET
► Mogelijke oorzaken
1. Geen stroomtoevoer
2. Het apparaat staat uit
3. De stekker zit niet in het stopcontact
4. Doorgebrande zekering
5. Volle watertank
► Oplossing
1. Elektriciteit aansluiten
2. Apparaat aanzetten
3. Stekker in het stopcontact steken
4. Zekering vervangen
5. De watertank legen en terugplaatsen
HET APPARAAT ONTVOCHT NIET OF
SLECHTS HEEL WEINIG
► Mogelijke oorzaken
1. Het filter is verstopt
2. De luchtinlaat of –uitlaat is verstopt
3. Open deuren of ramen
4. Lekkage van koelmiddel
► Oplossing
1. Filter schoonmaken
2. De luchtinlaat of –uitlaat ontstoppen
3. Alle deuren en ramen sluiten en direct zonlicht
vermijden
4. Contact opnemen met de producent of verko-
per
ER LOOPT WATER UIT HET APPARAAT
► Mogelijke oorzaken
1. Het apparaat is gekanteld
2. De afvoer is verstopt
► Oplossing
1. Het apparaat waterpas zetten
2. Plaat verwijderen en afvoer ontstoppen
HET APPARAAT MAAKT EEN RAAR GE-
LUID
► Mogelijke oorzaken
1. Het apparaat bevindt zich in een instabiele po-
sitie
2. Het filter is verstopt
► Oplossing
1. Het apparaat in een stabiele positie plaatsen
2. Filter schoonmaken
► Indien de bovengenoemde storingen niet kun-
nen worden verholpen, dient contact te worden
opgenomen met de leverancier of de verkoper.
Voer eventuele reparaties nooit zelfstandig uit (dit
geldt niet voor het schoonmaken van de filter).
► Tijdens het opstarten en uitschakelen van het
apparaat zijn geluiden die worden veroorzaakt
door de circulatie van het koelmiddel normaal en
dienen niet als een storing te worden beschouwd.
► Het is normaal dat er warme lucht uit de lucht-
uitlaat wordt geblazen.
STORINGSCODE
Het apparaat analyseert de storingen automatisch
en de storingscode verschijnt op de display.
STORINGSCODE E1
► Vochtigheidssensor
STORINGSCODE E2
► Koelsysteemsensor
►
►
7. ACCESSOIRES
De ontvochtiger is aangepast om te werken met
de waterpomp, die geïnstalleerd is op de plaats
van de watertank. De pomp plug is in het tank
gat geplaatst.
AANDACHT: De unit bevat stoffen en com-
ponenten die gevaarlijk zijn voor het milieu (elek-
tronische componenten, koelmiddelgas en oliën).
Aan het einde van de nuttige levensduur moet, in
geval van verwijdering van de unit, de handeling
door gespecialiseerd koelpersoneel worden uitge-
voerd.
De unit moet worden ingeleverd bij speciale cen-
tra voor inzameling en verwijdering van appara-
tuur die gevaarlijke stoffen bevatten. De koelvloei-
stof en de smeerolie in het circuit moeten worden
herwonnen, in overeenstemming met de geldende
voorschriften in uw land.
BG
CZ
DE
DK
EE
ES
FI
FR
GB
HR
HU
IT
LT
LV
NL
NO
PL
RO
RU
SE
SI
SK
UA
SE
SI
SK
TR
UA