Lasparameters
Lastemperatuur
Hoofdschakelaar (3) op I zetten. Draaiknop temperatuur (6) op de
gewenste waarde instellen. Ca. 5 minuten laten opwarmen.
Luchtmengsel
• Om de gemodificeerde bitumineuze verbindingsbaan zo optimaal mogelijk
te lassen of om bitumespatten te voorkomen, kan het luchtmengsel met de
draaiknop voor het luchtmengsel (32) worden ingesteld.
LET OP: bij het verminderen van de luchthoeveelheid mag de draaiknop
voor temperatuur (6) niet hoger worden ingesteld dan stand 8.
Gevaar voor oververhitting van het verwarmingselement.
Lassnelheid
Afhankelijk van de dakbaan en het weer de gewenste snelheid met de
draaiknop snelheid (5) instellen.
Laskracht
• De laskracht wordt via het aandrijfwiel (13) op de dakbaan overgedragen.
• Naar wens kunnen het reserve aandrijfwiel (22) en het opschroefbare extra
gewicht (23) verwijderd worden (zie tabel laskracht)
Tabel laskracht (F)
Zonder gewicht (22, 23)
Met opschroefbaar extra gewicht (23
en zonder reserve aandrijfwiel (22)
Met reserve aandrijfwiel (22) en zonder
opschroefbaar extra gewicht (23)
Met reserve aandrijfwiel (22) en met
opschroefbaar extra gewicht (23)
LET OP: Het reserve-aandrijfwiel (22) moet bij transport altijd met het opschroefbaar extra
gewicht (23) in de houder (27) zijn bevestigd.
75 mm
100 mm
160 N
160 N
180 N
180 N
205 N
210 N
225 N
230 N
6
5
4
3
32
23
22
13
23
F
22
27
13
19