Deuren en ramen staan open of er zijn
De ruimte is niet
warmtebronnen in de ruimte.
voldoende
afgekoeld.
Het filter is vuil.
De
geblokkeerd.
De airconditioner
De airconditioner wordt niet op een
maakt
een
vlakke ondergrond geplaatst.
vervelend geluid.
De
compressor
De airconditioner heeft zich beveiligd
werkt niet.
tegen oververhitting.
De afstandsbediening is te ver van de
airconditioner verwijderd.
De
De afstandsbediening is niet uitgelijnd
afstandsbediening
met
werkt niet.
afstandsbediening.
De batterijen werken niet meer.
Code E1 wordt
De pijp temperatuursensor is abnormaal.
weergegeven.
Code E2 wordt
De
weergegeven.
abnormaal.
luchtinlaten
en
-uitlaten
de
ontvanger
van
kamertemperatuursensor
Sluit
deuren
en
warmtebronnen.
Reinig of vervang het filter.
zijn
Ontgrendel ze.
Plaats de airconditioner op een vlakke en
stabiele ondergrond om storende geluiden te
verminderen.
Wacht 3 minuten tot de temperatuur daalt en
start het apparaat opnieuw op.
Breng de afstandsbediening dichter bij de
airconditioner en lijn de afstandsbediening uit
met de ontvanger.
de
Vervang de batterijen.
Controleer de pijpentemperatuursensor en de
bijbehorende circuits.
is
Controleer de kamertemperatuursensor en de
bijbehorende circuits.
ramen
en
verwijder