Installatie
De basisopbouw
bestaat uit een
toestelcilinder
(A),
voorraadcilinder
(B),
hogedrukslang
(C) en
omvulpomp (D).
Om meerdere
voorraadcilinder
s op de vulpomp aan te sluiten, dienen deze met een
hogedruk verdeelslang (C) te worden verbonden.
Voorafgaand aan het gebruik
AANWIJZING
Tijdens de installatie de volgende punten in acht
nemen: uitsluitend componenten installeren die in
onberispelijke staat verkeren en olie- en vetvrij zijn.
Schroefverbindingen niet geforceerd vastdraaien.
Gangbare steeksleutel (zonder verlengstuk!)
gebruiken. Uitsluitend originele (reserve)onderdelen
en gereedschappen van Dräger gebruiken. Bij het
aansluiten van de voorraad- en toestelcilinders moet er
goed op worden gelet dat de afdichtingsringen zich in
een goede staat bevinden.
De pomp uit de transportcontainer nemen en de
pomphendel plaatsen.
De pomp op een vlakke ondergrond plaatsen.
Alle componenten van de pomp en in het bijzonder
de aansluitingen tegen vervuiling beschermen.
Alle roestvast stalen componenten vervaardigd van
1.4301/1.4112 beschermen tegen zout water. De
omvulpomp en de installatie op dichtheid
controleren.
De werking van de pomp voorafgaand aan het
vulproces en bij kleine toestelcilinders op de
vulmanometer controleren.
A
C
D
B
Gebruik
AANWIJZING
De differentiaaldruk tussen de voorraadcilinder en
zuurstofcilinder mag tijdens het pompen niet hoger zijn
dan 80 bar!
Alle ventielen sluiten.
Omvulmethoden
De toestelcilinders dienen door middel van twee
stappen te worden gevuld:
– overlopen en/of
– pompen
Het gas uit de voorraadcilinders laten overlopen tot
vereffening van de druk is bereikt. De vereiste eindvuldruk
in de toestelcilinder wordt bereikt door omvullen
(pompen) met de handomvulpomp. Indien meerdere
voorraadcilinders zijn aangesloten, gas volgens een
bepaald schema laten overlopen (vulprocedure cascade,
afhankelijk van het aantal voorraadcilinders).
Het gas warmt op ten gevolge van de compressie, de
cilinders worden daarom met max. 220 bar gevuld om,
om na afkoeling van de toestelcilinders de vereiste
vuldruk van 200 bar te verkrijgen.
Vulprocedure overloop
De voorraadcilinder op de pompingang aansluiten (I).
De toestelcilinder op de uitgang aansluiten (O).
Het ventiel van de toestelcilinder langzaam en
volledig openen, druk op de manometer (M1)
controleren.
Het ingangsventiel (1) op de pomp langzaam en
volledig openen.
Het ventiel van de toestelcilinder langzaam en
volledig openen, druk op de manometer (M2)
controleren.
Het uitgangsventiel (2) op de pomp langzaam en
volledig openen. Gas stroomt hoorbaar in de
toestelcilinder.
M2
2
4
M1
O
3
1
I
79