Hoofdstuk
03
Aansluitingen
Het stroomsnoer aansluiten (1)
Opmerking
Afhankelijk van het soort voertuig, kan de
functie van *2 en *4 afwijken. Sluit in dit geval
*1 op *4 en *3 op *2 aan.
ISO-stekker
152
Nl
*2
*1
*4
*3
Geel (*2)
Geel (*1)
Ondersteuning
Naar het aansluitpunt, staat altijd onder
(of accessoire)
stroom, onafhankelijk van de stand van
het contactslot.
Rood (*3)
Rood (*4)
Naar het elektrische aansluitpunt,
Accessoire
bestuurd door het contactslot (12 V DC)
(of ondersteuning)
AAN/UIT.
Oranje/wit
Naar de aansluiting van de lichtschakelaar.
Zwart (aarding)
Naar de (metalen) carrosserie
van het voertuig.
Opmerkingen
· Wanneer een subwoofer (*5) op dit
navigatiesysteem is aangesloten in plaats van een
achterluidspreker, moet u de
achteruitgang-instelling veranderen in de
Begininstellingen. (Zie de Bedieningshandleiding.)
De subwoofer-uitgang van dit navigatiesysteem is
monaural.
· Bij het gebruik van een subwoofer van 70 W (2 Ω)
moet u ervoor zorgen dat deze wordt aangesloten
op de paarse en paars/zwarte draden van dit
navigatiesysteem. Sluit niets aan op de groene en
groen/zwarte draden.
Zorg ervoor dat de draden die
op elkaar worden aangesloten
dezelfde kleur hebben.
Luidsprekerdraden
linksvoor
Wit:
linksvoor
Wit/zwart:
rechtsvoor
Grijs:
Grijs/zwart: rechtsvoor
linksachter
Groen:
Groen/zwart: linksachter of subwoofer (*5)
rechtsachter of subwoofer (*5)
Paars:
Paars/zwart: rechtsachter of subwoofer (*5)
(*5)
of subwoofer