INSTALLATIE
BEVESTIGING OP DE KETEL
Schroef en twee moeren in de flens (1) aanbrengen, (zie fig. 2).
Indien nodig, de gaten in de flensdichting (5) vergroten, (zie fig. 3).
Bevestig de flens (1) op de ketelplaat (4) met behulp van de schroeven (2) en (indien nodig) de moeren
(3) en voeg de flensdichting (5) ertussen, (zie fig. 4).
ONDERHOUDSPOSITIE
Toegankelijkheid van de verbrandingskop, de elektroden en de verstuiver, (zie fig. 5).
Verwijder de brander uit de ketel na de moer ter bevestiging aan de flens verwijderd te hebben.
Haak de brander aan de flens (1), verwijder de verbrandingskop (6) na de schroeven (7) los gedraaid te
hebben.
Verwijder de elektroden (9) uit de verstuiverhouder (8) na de schroef losgedraaid te hebben.
Draai de verstuiver (10) aan.
Fig. 2
E9022
6
Als de brander geplaatst is moet hij lichtjes overhellen, (zie fig.
6).
De toevoer van stookolie is langs beide kanten van de brander
mogelijk.
20025295
Fig. 3
D5012
1
1
Fig. 5
7
D8056
3
Fig. 4
2
5
9
8
D8057
D5572
NL
4
5
3
1
2
D8058
10
Fig. 6