Aansluiting van de sporen
Om spanningsverlies op de
modelbaan te voorkomen moeten
de raillassen altijd goed op elkaar
aansluiten. Om de 2 à 3 meter
moet de voeding opnieuw op de
rails gezet worden. Daarbij zijn
de aansluitklemmen 5654 aan te
raden.
Berijden van hellingen
In tegenstelling tot het grote
voorbeeld kunnen met een
modelbaan ook grotere hellingen
bereden worden. Normaal moet
een helling maximaal 3 procent
zijn. In extreme gevallen is ma-
ximaal 5 procent mogelijk, maar
dan moet rekening gehouden
worden met een evenredig ver-
lies aan vermogen. Het begin en
het einde van de helling moeten
altijd gerond worden.
Het verschil in de helling tussen
twee tenminste 300 mm lange
railstukken mag maximaal 1 à 1,5
procent bedragen.
Betrieb auf der Anlage • Operation on a layout • Exploitation sur réseau
Opmerkingen voor het
onderhoud
Deze loc kan ook buiten gebruikt
worden. Het gebruik bij slecht
weer (sneeuw of regen) is niet
aan te raden.
Aandrijving en elektronica zijn
weliswaar afgeschermd tegen
spatwater maar rijden door het
water is niet mogelijk.
Het is aan te bevelen het model
na het gebruik buiten te con-
troleren op vuil en dit eventueel
droog te verwijderen met een
stofdoek of een zachte kwast.
Nooit de loc onder stromend
water reinigen.
Opmerking: reinigingsmiddelen
kunnen de lak en de opschriften
op de loc aantasten en bescha-
digen.
Conexión de la instalación
de vía
Para evitar las pérdidas de tensi-
ón en la instalación, asegurarse
siempre de que encajen correcta-
mente las bridas de unión de los
carriles. Es recomendable instalar
una nueva alimentación eléctrica
cada 2 hasta 3 m mediante los
bornes de conexión 5654.
Ascenso de rampas
Al contrario que en el modelo
real, con un modelo en miniatura
es posible circular también por
rampas de mayor inclinación.
En situaciones normales, la
inclinación máxima de una rampa
se sitúa en el 3 por ciento. En
casos extremos, con una poten-
cia tractora limitada de manera
acorde, es posible ascender una
rampa máxima del 5 por ciento.
En todo caso, debe redondearse
el comienzo y el fin de la rampa.
La diferencia de inclinación de
la rampa entre dos tramos de vía
de al menos 300 mm de longitud
debe ser de como máximo 1
hasta 1,5 por ciento.
32
Bedrijf op een modelbaan • Funcionamiento del sistema • Funzionamento del sistema
Consejos para conserva-
ción
Esta locomotora puede utilizarse
también en exteriores. No se re-
comienda el uso en condiciones
meteorológicas desfavorables
(nieve o lluvia). El accionamiento
y la electrónica están protegidos
contra salpicaduras de agua. No
es posible circular a través de
tramos con agua acumulada.
Tras el uso en exteriores, se
recomienda comprobar si el mo-
delo en miniatura se ha ensucia-
do y, en su caso, secarlo con una
bayeta o limpiarlo con un pincel.
Nunca limpiar la locomotora con
agua corriente.
Nota: los detergentes pueden
atacar y dañar la pintura o la
rotulación de la locomotora.