nEDERLanDs
zaag nooit in terwijl de zaagbladvergrendeling is ingeschakeld.
De zaag kan dan ernstig beschadigd raken.
Het zaagblad vervangen (Afb. A, D, E)
WAARSCHUWING: Neem de accu uit voor u onderhoud,
afstellingen uitvoert of accessoires plaatst of verwijdert.
1. Druk als u de zaagbladklemschroef
de vergrendelingsknop
20
draai de zaagas draait met de inbussleutel
zaagbladvergrendeling ingrijpt en het zaagblad niet meer
draait. Draai met de zaagbladvergrendeling ingeschakeld
de zaagbladklemschroef met de inbussleutel naar rechts
(de schroef heeft linkse draad en moet naar rechts
worden losgedraaid).
2. Verwijder alleen de zaagbladklemschroef
klemring
19
. Verwijder het oude zaagblad.
3. Haal alle zaagsel weg die zich mogelijk heeft verzameld in
de buurt van de beschermkap en de klemring en controleer
de staat en de werking van de onderste beschermkap, zoals
eerder is uiteengezet. Breng hier geen smering aan.
4. Selecteer het juiste zaagblad voor de toepassing (zie
Zaagbladen). Gebruik altijd zaagbladen van de juiste
afmeting (diameter) met een middengat van de juiste
afmeting en vorm voor de montage op de zaagas. Zorg er
altijd voor dat de maximale aanbevolen snelheid (tpm) op
het zaagblad overeenkomt met of hoger is dan de snelheid
(tpm) van de zaag.
5. Volg stap 2 tot en met 6 onder Het Zaagblad installeren en
let erop dat het zaagblad in de juiste richting draait.
Onderste zaagbladbeschermkap
WAARSCHUWING: De onderste
zaagbladbeschermkap is een veiligheidsvoorziening
die het risico van ernstig persoonlijk letsel beperkt.
Gebruik de zaag nooit als de onderste beschermkap
ontbreekt, beschadigd is, verkeerd gemonteerd is
of niet goed werkt. U kunt er niet op vertrouwen
dat de onderste zaagbladbeschermkap u onder
alle omstandigheden beschermt. Uw veiligheid
is afhankelijk van het opvolgen van de volgende
waarschuwingen en aanwijzingen voor een veilig
gebruik en ook van een goede werking van de
zaag. Controleer voor ieder gebruik dat de onderste
zaagbladbeschermkap goed sluit. Als de onderste
zaagbladbeschermkap ontbreekt of niet goed werkt,
laat de zaag dan nazien voordat u het gereedschap
weer gebruikt. De veiligheid en betrouwbaarheid
van het product kunnen alleen worden gewaarborgd
als reparatie, onderhoud en afregeling worden
uitgevoerd door een geautoriseerd servicecentrum
of een andere gekwalificeerde service‑organisatie,
waarbij altijd identieke vervangende onderdelen
moeten worden gebruikt.
De onderste beschermkap controleren (Afb. A)
1. Schakel het gereedschap uit en trek de stekker uit
het stopcontact.
98
8
wilt losmaken
van het zaagblad in en
14
tot de
8
en de buitenste
2. Draai de hendel
6
van de onderste beschermkap uit de
geheel gesloten positie naar de geheel geopende positie.
3. Laat de hendel los en zie erop toe dat de beschermkap
naar de geheel gesloten positie terugkeert.
Het gereedschap moet in een officieel erkend servicecentrum
worden nagezien, als de beschermkap:
•
niet terugkeert in de geheel gesloten positie,
•
met horten en stoten of langzaam beweegt, of
•
contact maakt met het zaagblad of met een deel van het
gereedschap onder alle hoeken en bij alle zaagdiepten.
Zaagbladen
WAARSCHUWING: Beperk het risico van oogletsel
zoveel mogelijk, gebruik altijd oogbescherming. Carbide
is een hard maar bros materiaal. Voorwerpen in het
werkstuk, die er niet in horen, zoals draad of spijkers,
kunnen tot gevolg hebben dat de zaagbladtips scheuren
of breken. Werk alleen met de zaag wanneer een goede
zaagbladbeschermkap is geplaatst. Monteer vóór gebruik
het zaagblad stevig en let op de juiste draairichting,
gebruik altijd een schoon, scherp zaagblad.
WAARSCHUWING: Zaag geen metaal, kunststof, beton,
metselwerk of vezelcementmateriaal met deze zaag.
Gebruik deze zaag niet met schurende schijven of bladen. Een
bot zaagblad maakt dat het zagen langzaam en inefficiënt
verloopt, de motor wordt overbelast, er uitzonderlijk veel
splinters ontstaan en de mogelijkheid van de terugslag zou
kunnen toenemen. Raadpleeg onderstaande tabel voor het
bepalen van de juiste afmeting van het vervangende zaagblad
voor het model van deze zaag.
Zaagbladdiameter
Tanden
165 mm
16
Zagen voor algemene doeleinden
165 mm
24
Soepel zagen
165 mm
36
Zagen van niet‑carbide materiaal/vinyl
plaatmateriaal
Zaagdiepteafstelling (Afb. A, K)
1. Houd de zaag stevig vast en draai de hendel
diepteafstelling (naar rechts) los en verplaats de zaagschoen
(
5
, Afb. A) naar de gewenste zaagdiepte.
2. Let erop dat u de zaag pas gaat bedienen wanneer
u de hendel voor diepteafstelling weer (naar links)
hebt vastgezet.
Stel voor een zo efficiënt mogelijke werking van de zaag de
diepteafstelling zo in dat een halve tand van het zaagblad aan
de onderzijde uit het materiaal steekt. Dit is de afstand van de
punt van de tand tot de onderzijde van de geul die zich voor de
tand bevindt. Zo blijft de wrijving van het de zaagblad tot een
minimum beperkt, wordt zaagsel uit de zaagsnede verwijderd
en dit geeft een koelere en snellere zaagwerking en vermindert
de kans van terugslag. In Afbeelding K wordt een methode
getoond voor het controleren van de juiste zaagdiepte. Leg een
stuk van het materiaal dat u wilt gaan zagen, langs het zaagblad,
7
Toepassing
4
voor