Veiligheidsinstructies Voor De Verbrandingsmotor; Veiligheidsinstructies Over Het Transport Van Het Voertuig; Veiligheidsinstructies Over Verzorging En Onderhoud; Veiligheidsinrichtingen - Kärcher MIC D Manual Del Usuario

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 269
3.6

Veiligheidsinstructies voor de verbrandingsmotor

Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing van de
motorfabrikant lezen en in het bijzonder de veiligheids-
instructies in acht nemen.
GEVAAR
Brand- en explosiegevaar!
Gebruik enkel de in de gebruiksaanwijzing vermelde
brandstof. Bij gebruik van ongeschikte brandstoffen be-
staat explosiegevaar (zie hoofdstuk „Technische gege-
vens").
Let er bij het tanken op dat er geen brandstof op hete
oppervlakken komt.
GEVAAR
Vergiftigingsgevaar!
Zorg bij het gebruik van het voertuig binnen voor vol-
doende verluchting en afvoer van de uitlaatgassen.
Uitlaatgassen zijn schadelijk voor de gezondheid, ze
mogen niet worden ingeademd.
3.7

Veiligheidsinstructies over het transport van het voertuig

Bij het transport van het voertuig moet de motor uitge-
zet en het voertuig veilig op de vastzetpunten bevestigd
worden.
3.8

Veiligheidsinstructies over verzorging en onderhoud

Voor de reiniging en het onderhoud van het voertuig,
de vervanging van onderdelen of de omschakeling
naar een andere functie moet het apparaat uitgescha-
keld en de sleutel eventueel verwijderd worden.
Reparaties mogen uitsluitend door goedgekeurde klan-
tenservicewerkplaatsen of door vaklui voor dit gebied
worden uitgevoerd die met de betreffende veiligheids-
voorschriften vertrouwd zijn.
3.9

Veiligheidsinrichtingen

Dit voertuig is met verschillende veiligheidssystemen uit-
gerust. Parkeerrem, bestuurdersstoel en hydraulische
hendels zijn met een veiligheidsschakelaar uitgerust.
GEVAAR
Veiligheidsinrichtingen dienen ter bescherming van de ge-
bruiker en mogen niet veranderd of omzeild worden.
3.9.1
Hoofdschakelaar
De hoofdschakelaar onderbreekt de elektrische toevoer-
leiding naar de startermotor. Bij een stilgelegd voertuig
moet hij altijd uitgeschakeld worden (stand 0).
3.9.2
Startblokkering
Voor het starten van de motor moet:
de hoofdschakelaar ingeschakeld zijn (stand I);
de bestuurder op de bestuurdersstoel zitten.
het rempedaal ingedrukt zijn.
GEVAAR
Verwondingsgevaar!
De uitlaatopening van de verbrandingsmotor mag niet
afgesloten worden.
De motor heeft ca. 5 seconden naloop nodig na het uit-
zetten. In deze tijd absoluut uit de buurt blijven van het
aandrijfbereik.
Verwondingsgevaar door onbeschermd ventilatorwiel
GEVAAR
Verbrandingsgevaar!
Raak een hete verbrandingsmotor niet aan!
Laat het voertuig afkoelen vooraleer de bekledingen
worden weggenomen.
Buig niet over / grijp niet in de uitlaatopening.
De uitlaatopening van de verbrandingsmotor mag niet
afgesloten worden.
GEVAAR
Verbrandingsgevaar!
Open nooit het deksel van de koeler op bedrijfstempe-
ratuur. Het vat staat onder druk.
Hiervoor wordt verwezen naar het hoofdstuk „Trans-
port".
Neem de veiligheidscontrole volgens de lokaal gelden-
de voorschriften voor mobiele, industrieel gebruikte
voertuigen in acht.
Knikgewricht, dichtingen, elektrische en elektronische
onderdelen mogen niet met de hogedrukreiniger of wa-
terslang gereinigd worden.
3.9.3
Zitcontactschakelaar
De motor wordt uitgeschakeld:
wanneer de bestuurdersplaats ontlast wordt en de rij-
richtingschakelaar niet in de neutrale stand staat;
wanneer de bestuurdersplaats ontlast wordt en de PTO
ingeschakeld is.
6
-
NL
221

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido