2. Vergelijk de technische gegevens van het product en het spannings
net. Deze moeten identiek zijn.
4.2
Montage
Gevaar voor letsel door struikelen en vallen
VOORZICHTIG
•
Plaats, installeer en transporteer producten, productonderdelen en
accessoires op een veilige manier.
Snijwonden
•
Raak de randen van de rotor niet aan.
De rotor heeft scherpe randen.
Fig. 51: Montage basis
.
Fig. 52: Montage achterste beschermrooster
1. Verwijder de L-schroef (4) van de sokkel.
2. Schroef deze tegen de klok in los. Afb. 51 a).
3. Verwijder de sluitring (5) van de sokkel (3).
4. Plaats het inzetstuk in de basis (1) zoals
getoond in afb. 51 b).
5. Plaats de sokkel op de basis. Afb. 51 c).
De sokkel moet in de aangegeven uitsparing
schuiven.
6. Draai de sokkel en de basis om.
De boorgaten in de basis en de sokkel moeten
over elkaar liggen.
7. Plaats de sluitring op het boorgat in de
basis.
8. Steek de L-schroef door de sluitring en
het boorgat in het basisinzetstuk en de
sokkel.
9. Draai de L-schroef met de klok mee vast.
Afb. 51 d).
10. Draai de sokkel en de basis weer om.
11. Draai de 4 kruiskopschroeven (6) van het
motorblok tegen de klok in los.
12. Schuif het achterste beschermrooster (7)
met de greep naar boven op de motoras (14).
De ogen in het beschermrooster (12) moeten
gelijk liggen met de boorgaten (13) in het
motorblok.
13. Steek de 4 kruiskopschroeven door de
ogen in het beschermrooster in de
boorgaten (13) in het motorblok.
14. Draai de kruiskopschroeven met de klok
mee vast.
NL
57