Montage en elektrische aan-
sluiting
J
GEVAAR!
Levensgevaar door een elektri-
sche schok.
Onder spanning staande onderde-
len rond de montagelocatie afdek-
ken.
Montagelocatie kiezen
- De montagelocatie moet ten minste 50 cm
van een andere lichtbron verwijderd zijn,
omdat warmtestraling de bewegingsmel-
der kan activeren.
- Trillingsvrije montagelocatie kiezen; trillin-
gen kunnen leiden tot ongewenste schake-
lingen.
- Rekening houden met looprichting.
- Optimale montagehoogte van 2,50 m.
- Niet bij levering inbegrepen. Pluggen ø 6
en platkopschroeven 6 x 35 mm voor de
montage.
Detectiebereik
Bewegingsmelder Cube 240, montagehoogte
2,5 m (afbeelding 15)
Wandmontage
Montageplaat aan de wand bevestigen
(afbeelding 1).
Rubberen buisje door de bevestigingshoek
drukken en kabels erdoor steken.
Bevestigingshoek in de montageplaat ha-
ken (afbeelding 2) en dichtknijpen
(afbeelding 3).
Sensoreenheid in de bevestigingshoek ha-
ken (afbeelding 4) en met KNX aansluit-
klem op de juiste polen aansluiten.
Sensoreenheid naar boven in de bevesti-
gingshoek schuiven en vastklikken
(afbeelding 5).
Afdekking over de sensoreenheid schuiven
en deksel op de bevestigingshoek plaatsen
(afbeelding 6).
Plafondmontage
Montageplaat aan het plafond bevestigen
(afbeelding 8).
Rubberen buisje door de bevestigingshoek
drukken en kabels erdoor steken.
Bevestigingshoek in de montageplaat ha-
ken (afbeelding 9) en dichtknijpen
(afbeelding 10).
Sensoreenheid in de bevestigingshoek ha-
ken (afbeelding 11) en met KNX aansluit-
klem op de juiste polen aansluiten.
Sensoreenheid naar boven in de bevesti-
gingshoek schuiven en vastklikken
(afbeelding 12).
Afwateringsopening uit het deksel breken
(afbeelding 13).
Afdekking over de sensoreenheid schuiven
en deksel op de achterzijde van de bevesti-
gingshoek plaatsen (afbeelding 13).
23