Technische Gegevens; Installatie En Test - NORAUTO 2223561 Manual Del Usuario

Asistencia de estacionamiento
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 14

Technische gegevens

1. Nominale spanning: 12V
2. Bereik bedrijfsspanning: 9-16V
3. Nominale stroom: 20-200 mA
4. Detectie-afstand: 0.3-2.5m
5. Ultrasone frequentie: 40 KHz
6. Bedrijfstemperatuur: -20°C ~ +70°C
7. Alarmtype: Bibi-waarschuwingsgeluid.

Installatie en test

1. Stel na montage van de sensoren de juiste richting in. Plaats de draden in de juiste volgorde.
2. Sluit de rode draad van de het regelkastje aan op de pluspool van het achteruitrijlicht, de zwarte
draad op de minpool. Sluit de rode draad van de camera aan op de pluspool van het achteruitrijlicht,
sluit de groene draad van het display aan op de pluspool van het achteruitrijlicht. Het display moet
zijn aangesloten op ACC-voeding; de negatieve pool van het achteruitrijlicht moet zijn aangesloten
op de massadraad. (Zie: Installatieschema).
3. Sluit het display aan op het regelkastje. Sluit de Video-uitgang op het regelkastje aan op VIDEO
2 op het display.
4. Zet de versnelling in de achteruit. Vervolgens gaat het achteruitrijlicht branden. In deze situatie moet
beeld op het scherm worden weergegeven en zal er een witte stip in het midden aan de onderkant
van het beeld staan. Dit geeft aan dat het systeem zich in de testfase bevindt.
Testen:
a. Als het display het achteruit-beeld niet weergeeft, controleer dan of de polariteit van de voeding
juist is aangesloten, of de draden correct zijn aangesloten en of de voltage wel hoger is dan 10,5.
Controleer of de stekker op het display goed is aangesloten.
b. Als de afstandsdisplay een storing heeft of 0,0 weergeeft of een continu geluid geeft, schakel
dan de stroom uit en selecteer de achteruitversnelling opnieuw. Als de problemen niet kunnen
worden opgelost, dan kan de regelunit als defect worden beschouwd en door een nieuwe worden
vervangen.
5. Het zou goed moeten werken als een persoon zich op 1m afstand van de sensoren bevindt.
Testen:
a. Als het display bij het testen van een bepaalde sensor continu geluid geeft of 0,0 weergeeft,
controleer dan of bepaalde delen van de auto of andere ongewenste voorwerpen zich binnen het
detectiebereik van de sensoren bevinden, of dat het gat te klein is en de sensor er te strak in zit
of dat de sensoren zich in de buurt bevinden van een aantal sterke storingsbronnen (zoals de
uitlaatpijp of andere bekabeling);
b. Als op het display een getal wordt weergegeven, maar er niets voor de sensor staat, dan kan het
zijn dat de sensor de grond detecteert. Controleer de positie en richting van de sensor. De sensoren
moeten in het horizontale vlan een beetje omhoog worden gezet. De sensors kunnen uitstekende
delen aan de achterkant detecteren, zoals bijvoorbeeld de kentekenplaat, het reservewiel, de
bumper, enz.
c. Als de problemen na de tests niet kunnen worden opgelost, dan kunnen de sensoren als defect
worden beschouwd omdat de sensoren niet matchen met het regelkastje. Het hele systeem moet
dan worden vervangen.
d. Als het beeld helt of omgekeerd is, controleer dan of de camera volgens het label is geïnstalleerd.
6. Controleer bij abnormale weergave zoals stroken, schuine lijnen de afstemming tussen camera en
display!
7

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido