NEDERLANDS
Reiniging en onderhoud
REINIGEN
WAARSCHUWING!
-
Gebruik nooit stoomreinigers.
-
Maak het apparaat schoon als h et afgekoeld is.
-
Koppel het apparaat los van de netvoeding.
Buitenkant van de oven
BELANGRIJK: gebruik geen bijtende of schurende
reinigingsmiddelen. Als een dergelijk product per ongeluk in contact
komt met het apparaat, verwijder het dan onmiddellijk met een vochtig
doekje.
•
Reinig de oppervlakken met een vochtig doekje. Als de buitenkant
zeer vuil is, voeg dan een paar druppels afwasmiddel toe aan het
water. Afdrogen met een droge doek.
Binnenkant van de oven
BELANGRIJK: gebruik geen schuursponsjes, sponsjes van staalwol
of metalen schrapers. Hierdoor kunnen de gelakte oppervlakken en het
glas van de deur op den duur beschadigd raken.
•
Laat de oven na elk gebruik afkoelen en reinig het apparaat bij
voorkeur als het nog lauw is om aangekoekte etensresten (bijv.
voedsel met een hoog suikergehalte).
•
Gebruik speciale ovenreinigingsmiddelen en houd u aan de
aanwijzingen van de fabrikant.
•
Reinig het glas van de deur met een speciaal vloeibaar
glasreinigingsmiddel. Om de deur gemakkelijker te kunnen reinigen
kunt u deze verwijderen (zie ONDERHOUD). Het glas aan de
binnenkant is glad, om het gemakkelijk te kunnen rienigen.
Accessoires
•
Laat de accessoires na gebruik weken in water met afwasmiddel. Pak
ze vast met handschoenen als ze nog heet zijn.
•
Voedselresten kunnen met een afwasborstel of met een sponsje
worden verwijderd.
ONDERHOUD
WAARSCHUWING!
-
Draag beschermende handschoenen.
-
Voer de aangegeven werkzaamheden uit als het apparaat afgekoeld is.
-
Koppel de oven los van de netvoeding.
De roostergeleiders verwijderen
Pak de buitenkant van de geleider stevig vast en trek het naar u toe om
de steun en de twee interne pennen uit hun zittingen te trekken.
De roostergeleiders terugplaatsen
Plaats ze bij de ovenruimte en steek eerst de twee pennen in hun
zittingen. Plaats vervolgens het externe gedeelte bij
zijn zitting, breng de steun in en druk stevig naar de wand van de
ovenruimte zodat de roostergeleider goed vastzit.
De deur verwijderen
1.
Open de deur helemaal.
2. Til de twee vergrendelingen van de scharnieren omhoog en naar
voren tot ze niet verder kunnen (Fig. 1).
3. Sluit de deur tot de blokkering (A), til hem op (B) en draai hem (C) tot
De deur weer terugplaatsen
1.
2. Open de deur helemaal.
3. Duw de twee vergrendelingen omlaag.
4. Sluit de deur.
De ruit schoonmaken
1.
5. Hef en hou de binnenruit stevig vast met beide handen, verwijder
1.
6. Plaats de bovenrand terug: een klik geeft aan dat hij goed zit.
Het lampje aan de vervangen
1.
2. Draai het beschermkapje los (Fig. 5), vervang het lampje (zie de
3. Sluit de oven weer aan op de netvoeding.
OPMERKING:
-
-
-
-
Cable
Eventuele vervanging van de voedingskabel (type H05 RR-F 3 x 1,5 mm
mag uitsluitend worden uitgevoerd door een erkende elektricien. Neem
contact op met een erkend servicecentrum van IKEA..
Fig. 1
de deur loshaakt (D) (Fig. 2, 3, 4)..
Fig. 2
Plaats de scharnieren in de zittingen.
Verwijder de deur en leg die neer op een zacht oppervlak met
de handgreep naar onder toe. Druk tegelijk op de twee clips en
verwijder de bovenrand van de deur door het naar u toe te trekken..
het en leg het op een zacht oppervlak vooraleer het te reinigen.
Om de interne ruit correct terug te plaatsen, zorg ervoor dat "R"
te zien is in de linkerhoek. Breng eerst de lange zijde van de ruit
aangegeven met "R" in de zittingen, en breng de ruit omlaag tot die
op zijn plek komt..
Zorg ervoor dat de afdichting goed zit vooraleer de deur terug te
plaatsen.
Koppel de oven los van de netvoeding.
opmerking voor het type lampje) en draai het beschermkapje weer
vast.
Gebruik alleen halogeenlampen van 25/230 V, type G9, T300°C.
De lamp die in het apparaat wordt gebruikt, is speciaal ontworpen
voor elektrische apparaten en is niet geschikt om huishoudelijke
ruimtes te verlichten (Regelgeving Commissie (EG) Nr. 244/2009).
De lampjes zijn verkrijgbaar bij erkende servicecentra van IKEA.
Dit product bevat een lichtbron van energie-efficiëntieklasse G.
22
Fig. 3
Fig. 4
Fig. 5
)
2