ONDERHOUD & REINIGING
ONDERHOUD & REINIGING
OPGEPAST
REINIGINGSINSTRUCTIES
REINIGINGSINSTRUCTIES
• Gebruik geen benzeen, verdunner of schuurpoeder.
• Gebruik alleen zeep ( pH7) of milde reinigingsmiddelen
voor huishoudelijk gebruik.
• Gebruik geen water dat warmer is dan 40°C.
LUCHTFILTER
LUCHTFILTER
• De luchtfi lters moeten elke twee weken worden
gereinigd.
• Was/spoel de fi lters voorzichtig met water om schade
aan het oppervlakte van de fi lters te voorkomen.
• Droog de fi lters goed in de schaduw, uit de buurt van
vuur of direct zonlicht.
• Vervang beschadigde fi lters.
VOOR SEIZOENSINSPECTIE, NADAT HET
VOOR SEIZOENSINSPECTIE, NADAT HET
APPARAAT LANG NIET IN GEBRUIK WAS
APPARAAT LANG NIET IN GEBRUIK WAS
• Controleer de batterijen van de afstandsbediening.
• Controleer de inlaat- en uitlaatopeningen op obstructies.
• Het is normaal dat na 15 minuten gebruikstijd
het temperatuurverschil tussen de luchtinlaat- en
luchtuitlaatopeningen als volgt is:
Bij koelen: ≥ 8°C
BIJ LANGDURIGE INACTIVITEIT
BIJ LANGDURIGE INACTIVITEIT
• Activeer de verwarmingsmodus gedurende 2~3 uur, om
de vochtigheid, die achtergebleven is in de binnendelen,
volkomen te verwijderen.
• Schakel de voeding uit en ontkoppel.
• Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening.
36
• Schakel de voeding uit en trek de stekker uit het stopcontact,
voordat u het apparaat reinigt.
• Raak niet de aluminium vin aan, het scherpe deel kan letsel
veroorzaken.
ALUMINIUM VIN
ALUMINIUM VIN
Verwijderen
Verwijderen
Bij verwarmen: ≥ 14°C
TIP
TIP
• Als u er zeker van wilt zijn dat de unit optimaal
functioneert, is het nodig regelmatig schoonmaak- en
onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. Wij verzoeken
u de geautoriseerde dealer om advies te vragen.
VOORPANEEL
VOORPANEEL
Verwijder het voorpaneel
• Trek het voorpaneel omhoog, om
het te verwijderen.
• Was het voorzichtig af en droog
het.
Maak het frontpaneel dicht
• Druk de beide uiteinden van het
frontpaneel naar beneden en
maak het goed dicht.
BINNENUNIT
BINNENUNIT
Veeg de unit zachtjes af met een zachte,
droge doek.
OMSTANDIGHEDEN WAARIN U HULP MOET
OMSTANDIGHEDEN WAARIN U HULP MOET
INROEPEN
INROEPEN
SCHAKEL DE STROOMTOEVOER UIT EN TREK DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT en consulteer een
bevoegde installateur, onder de volgende omstandigheden:
• Een abnormaal lawaai tijdens de werking.
• Water of vreemde deeltjes zijn in de afstandsbediening
binnengedrongen.
• Er lekt water uit de binnenunit.
• De zekering springt regelmatig uit.
• De stroomdraad wordt onnatuurlijk warm.
• De schakelaars of knoppen werken niet zoals het hoort.