NEDERLANDS
NL
7.6
Testloop
Controleer de slijpschijven voor het eerste gebruik.
Testloop
Voor het eerste gebruik moet een testloop
van ca. 5 min zonder belasting worden uitgevoerd.
Hierbij mag niemand zich in de gevarenzone
bevinden.
.
8 Gebruik
8.1
Werkstuksteun instellen
De werkstuksteunen (8) geregeld afstellen om de
slijtage van de slijpschijven (4) te compenseren.
De afstand tussen de werkstuksteun en het slijp-
middel moet zo klein mogelijk zijn, maar in geen
geval groter dan 2 mm (zie afbeelding C, pagina
3).
Is de slijpschijf zo sterk versleten dat de maximale
afstand van 2 mm niet meer aangehouden kan
worden, dan dient de slijpschijf te worden
vervangen.
8.2
Vonkafleider instellen
De vonkafleider (10) geregeld afstellen om de slij-
tage van de slijpschijven (4) te compenseren.
De 2 schroeven van de vonkafleider losdraaien en
de vonkafleider verschuiven.
De afstand tussen de vonkafleider en de slijpschijf
moet zo klein mogelijk zijn, maar in geen geval
groter dan 2 mm (zie afbeelding C, pagina 3).
Is de slijpschijf zo sterk versleten dat de maximale
afstand van 2 mm niet meer aangehouden kan
worden, dan dient de slijpschijf te worden
vervangen.
8.3
In-/uitschakelen
De schakelaar (11) indrukken (zie afbeeldingen D,
pagina 3).
I
=
Inschakelen
0
=
Uitschakelen
DS 125, DS 150: Voorkom dat de machine onbe-
doeld wordt gestart: schakel de machine altijd uit
wanneer de stekker uit het stopcontact wordt
gehaald of wanneer er een stroomonderbreking
optreedt.
Herstartbeveiliging (niet bij DS 125, DS 150): Bij
terugkeer van de spanning na een stroomuitval
start de nog ingeschakelde machine uit veiligheid-
soverwegingen niet uit zichzelf. De machine uit- en
weer inschakelen.
26
8.4
Droogslijpen, bandschuren
- Ga voor de schuur-/slijpmachine staan.
- Houd het werkstuk met beide handen vast, leg
het op de werkstuksteunen (8) en druk het licht
tegen de droogslijpschijf / de schuurband aan.
Beweeg het werkstuk voor een optimaal resul-
taat licht heen en weer; hierdoor wordt ook het
schuur-/slijpmiddel gelijkmatig afgesleten.
8.5
Natslijpen (alleen TNS 175)
Gebruik de natslijpschijf alleen met water in
het waterreservoir (18). De natslijpschijf
moet tot ca. 1/3 in het water staan. Een te hoog of
laag waterniveau kan het slijpresultaat nadelig
beïnvloeden.
- Ga links naast de slijpmachine staan, voor de
natslijpschijf.
- Houd het werkstuk met beide handen vast en
laat het op de natslijpschijf zakken. U kunt het
werkstuk ook op de bovenkant van het waterre-
servoir (18) laten rusten en vervolgens op de
natslijpschijf laten zakken.
8.6
Afstellen van de bandloop (alleen
BS 175)
Haal de stekker uit het stopcontact. Draai de
schuurband met de hand. Stel met de draai-
knop (14) de schuurband zo af, dat hij in het
midden van de schuurbandrol loopt.
13
9 Onderhoud, reiniging
De machine en beveiligingsinrichtingen regelmatig
schoonmaken, onderhouden en inspecteren. De
behuizing van de slijpschijf en de bandschuurder
regelmatig van binnen reinigen. De slijpschijven en
schuurband moeten altijd vrij in de behuizing
kunnen draaien.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact
voordat u de machine instelt, reinigt, onder-
houdt of repareert.
9.1
Slijpschijfwisseling
Gebruik uitsluitend Metabo slijpschijven.