Deze doorslijpstandaard is een hulpmiddel bij doorslijpwerkzaam-
heden (uitsluitend voor metaal) met de met één hand te
bedienende haakse slijper. Hij is inzetbaar voor de meeste haakse
slijpers met een schijfdiameter van Ø 180 of Ø 230 mm. Lees
voor gebruik van de doorslijpstandaard deze gebruiksaanwijzing,
vooral de veiligheidsinstructies aandachtig door.
Montagehandleiding
Voor de montage kunt u afbeelding (A) en de detailfoto's
(B tot I) raadplegen.
Voor de montage heeft u de volgende steeksleutels nodig
(SW 10, SW 13, SW 17, SW 21), inbussleutels (2,5 mm en een
sleufschroevendraaier (6 mm).
• Bevestig de zwenkarm (2) met de inbusschroeven M8 (3) en de
onderlegplaatjes (4), de getande borgringen (5) en de inbus-
schroeven (6) op de grondplaat (1).
• Schroef de twee instelschroeven (7) in de boringen met
schroefdraad van de zwenkarm.
• Monteer nu de achterste spanklauw (8) met de inbusschroef
M10 (11) en de vierkantmoer (12) op de grondplaat.
Vervolgens voor de hoekverstelling de inbusschroef M10 (9),
borgplaatje (10) en de vierkantmoer (12) met de spanklauw
en de grondplaat monteren.
• Bevestig de voorste beweeglijke spanklauw (13) met plaatje
(14), excenter (15), inbusschroef (11) en vierkantmoer (12) op
de grondplaat, de inbusschroef zo strak aanhalen, dat de span-
klauw nog wat speling heeft. Vervolgens de handgreep (16) in
de excenter schroeven. Het borgplaatje (17) over de kop van de
inbusschroef steken en met de inbusschroef M8 (18) in de bo-
ring met schroefdraad van de excenter bevestigen. Controleer
door draaien van de excenter aan de handgreep, of de span-
klauw vastgezet/losgemaakt kan worden en in de grondplaat
kan worden verschoven. De speling van de spanklauw wordt
met de inbusschroef (11) ingesteld. Plak nu de twee
materiaalbeschermers (19/20) op de spanklauwen.
• Monteer de veiligheidskap (22) met de twee rubber ringen (23)
en de eindkap (24) op de beugel van de veiligheidskap (21). Als
de eindkap zich niet erop laat steken,kunt u hiervoor een hamer
gebruiken. Vervolgens de beugel van de veiligheidskap door de
boring in de zwenkarm steken en met de tapschroef (25)
bevestigen.
• Montage van de haakse slijper.
De haakse slijper in de zwenkarm tussen de twee boringen
uitrichten. Bevestig de haakse slijper met twee passende
schroefdraadstangen (26 of 27). De haakse slijper met de beide
stelschroeven (7) loodrecht op de grondplaat uitrichten. Beide
zeskantmoeren (28) boven de schroefdraadstangen vast
monteren. Vervolgens de handgreep (29) vastschroeven.
Controleer de vrijloop van de doorslijpschijf in de doorslijpgleuf.
Indien nodig met de drie bevestigingsschroeven (3) de
zwenkarm met gemonteerde haakse slijper uitrichten.
• Zet de haakse slijper na afloop van de montage enige
seconden aan en daarna weer uit. Controleer nogmaals of
alle schroeven en schroefverbindingen stevig vastzitten.
• Uw doorslijpstandaard is nu klaar voor gebruik.
L
Veiligheidsinformatie
• U moet zich beslist houden aan de informatie in de gebruik-
saanwijzing van de gebruikte haakse slijper. Dit apparaat moet
voldoen aan de VDE-richtlijnen. Alleen apparaten met CE-teken
mogen worden gebruikt.
• Kinderen uit de omgeving van de werkplaats houden en
bewaar gereedschap buiten bereik van kinderen.
• Tijdens werkzaamheden met de haakse slijper altijd een
veiligheidsbril, gehoorbescherming, veiligheidshandschoenen
en een mond- of neusmasker dragen.
• Draag passende werkkleding, draag geen kleding die te wijd is
of sieraden. Deze kunnen tussen de bewegende delen raken.
Antislip schoeisel is raadzaam. Draag een haarnetje als u lang
haar heeft.
• Voor gebruik controleren of het apparaat volgens de
voorschriften en veilig in de houder bevestigd is.
• Nooit uw handen of voorwerpen gebruiken om de
doorslijpschijf af te remmen. Nooit naar iets grijpen in het
werkgebied van de lopende doorslijpschijf, of de doorslijpschijf
aanraken tijdens de werkzaamheden. Gevaar van lichamelijk
letsel is altijd aanwezig!
• Bevestig de doorslijpstandaard op de vier bevestigingsgaten
van de grondplaat (1) op de werktafel. Controleer of tafel en
standaard stevig en veilig staan.
• Vergewis u ervan, dat de werkomgeving schoon en goed
verlicht is.
• Gebruik altijd de veiligheidskap (22).
• De doorslijpstandaard uitsluitend gebruiken in combinatie met
een haakse slijper, die is uitgerust met de passende metalen
veiligheidskap om de doorslijpschijf heen.
• Plaats deze veiligheidskap zodanig dat de doorslijpschijf aan
de onderkant vrij loopt , en de veiligheidskap niet met het
werkstuk in aanraking kan komen.
• Bij doorslijpwerkzaamheden komen vonken vrij. Verzeker u
ervan dat zich geen ontvlambare materialen in het werkgebied
bevinden. Vonken kunnen verf, glas en andere oppervlakken
beschadigen. Draag geen nylon of polyester kleding, maar
passende, niet ontvlambare werkkleding.
• Controleer of de netkabel niet in het werkgebied van de schijf
of binnen het bereik van de vonkenregen komt.
• Controleer of het werkstuk goed tussen de beide spanklauwen
bevestigd is en vast op de grondplaat ligt.
• Gebruik geen werkstukken die zo groot zijn dat ze niet tussen
de beide spanklauwen bevestigd kunnen worden.
• Span het werkstuk spanningsvrij in.
• Verzamel afgesneden materiaal, om letsel door vliegende of
vallende werkstukken te vermijden.
• Controleer of de doorslijpschijf niet kantelt en steeds voldoende
vastgespannen zit.
• Het werkstuk niet bij lopende schijf verwijderen.
• Controleer of geen toepassing onder invloed van vocht
plaatsvindt.
• Controleer voor en tijdens het gebruik regelmatig of alle
schroeven stevig vastzitten, omdat schroeven door trillingen
los kunnen raken.
• Bewaar de doorslijpstandaard op een stofvrije en droge plaats.
• Controleer zowel de staander als de doorslijpschijf regelmatig
op eventuele beschadigingen. De schijf in geen geval gebruiken
als u deuken, groeven of andere beschadigingen vaststelt. Ook
de staander niet gebruiken als beschadigingen zijn vastgesteld.
• Controleer of de doorslijpschijf van uw haakse slijper loodrecht
op de grondplaat gemonteerd is.
• Gebruik uitsluitend doorslijpschijven en geen voorslijpschijven.
• Let altijd op de diepte van de snede, anders bestaat het gevaar
dat de werktafel beschadigd wordt.
• Gebruik steeds de hendel (29) van de doorslijpstandaard om
de machine in de eindstand te brengen.
• Haal de stekker van uw haakse slijper steeds uit het s
topcontact, als u het apparaat niet gebruikt, bij het verwisselen
van de schijf en alle reinigings- of afstelwerkzaamheden.
• Bij gebruik van niet toegestane aandrijfapparaten, evenals bij
technische veranderingen aan de doorslijpstandaard vervalt
iedere vorm van aansprakelijkheid en garantie.
7