13. LEDIGINGSFUNCTIE (DRAINAGE)
Bij de ledigingsfunctie (drainage) worden de vlotters, indien aanwezig, in deze volgorde gepositioneerd:
Raak de membraan van de sensor niet aan en maak hem niet schoon met uw handen,
schroevendraaiers, borstels enz.!
Maak de membraan niet schoon met perslucht!
De zender moet ondergedompeld worden in water en mag alleen worden schoongemaakt met water en
zeep of met alcohol!
Laat de zender niet op de grond vallen en tik hem niet tegen de tafel om residuen naar buiten te laten
komen!
Blaas niet in de compensatieslang van de kabel! Trek niet aan de kabel
13.1 Werking met 2 vlotters
Bij de werking met 2 vlotters start de pomp P1 als het contact van vlotter B gesloten is, terwijl de pomp P2 start als het
contact van vlotter C gesloten is.
Beide pompen stoppen als het contact van vlotter B open is.
In de volgende tabel wordt het beschreven gedrag samengevat:
13.2 Functie met 3 vlotters
Bij de werking met 3 vlotters start de pomp P1 als het contact van vlotter B gesloten is, terwijl de pomp P2 start als het
contact van vlotter C gesloten is.
De pompen stoppen als het contact van vlotter A open is, dat het minimumniveau voor beide pompen controleert.
In de volgende tabel wordt het beschreven gedrag samengevat:
N.B. In plaats van de vlotters kunnen er elektrosondes worden aangesloten.
ALLEEN BIJ HELDER, SCHOON WATER!
SCHAKELBORD
Sequens
START
Vlotter B = NC
STOP
Vlotter B+C = NO
Sequens
Pomp P1
START
Vlotter B = NC
STOP
Vlotter A+B+C = NO
NEDERLANDS
analoge niveausensor
Pomp P1
Vlotter C = NC
Vlotter B+C = NO
Vlotter C = NC
Vlotter A+B+C = NO
85
!
Pomp P2
Pomp P2