13.3 Werking met sensor
Bij de werking met sensor moeten de parameters worden ingesteld met de trimmers SP en DP:
- SP representeert het maximumniveau van de tank (L
- DP representeert het minimumniveau van de tank (L
Als het tankniveau de waarde SP bereikt, start de pomp P1 en als de betreffende startdrempel overschreden
wordt, wordt binnen 5 seconden ook de pomp P2 geactiveerd.
Wanneer het niveau DP wordt bereikt, stoppen allebei de pompen.
In de volgende tabel wordt het beschreven gedrag samengevat:
Sequens
START
STOP
DP
Zowel bij de werking met vlotter als bij de werking met sensor is er een
automatische afwisseling van de inschakelvolgorde van de twee pompen bij elke start,
of een afwisseling tussen de twee pompen elke 24 uur, afhankelijk van de gekozen
regeling in DS_ A2.
De twee pompen zullen altijd afwisselend worden gestart met een interval van minstens
2 seconden ertussen.
Pomp P1
Tankniveau >= SP
Tankniveau <= DP
95%
SP = max. niveau = 4 m.
DP = min. niveau = 25% = 1 m.
5%
NEDERLANDS
).
MAX
).
MIN
Pomp P1= gestart sinds minstens 5 seconden en met niveau
van de tank >= SP
Tankniveau <= DP + 2%
86
Pomp P2
P1+P2 = ON
P1+P2 = OFF