Gebruiksaanwijzing
WSU/WEU 26/2
8 008 631/P134/20-12-04 © SICK AG • Veiligheidstechniek • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
Montage
arbeidsmiddel en van de naderingssnelheid van de persoon.
De nalooptijd moet overeenkomstig de praktijk bepaald worden
in meervoudige metingen. Als naderingssnelheid wordt aanbe-
volen 1,6 m/s toe te passen.
De veiligheidsafstand bedraagt:
S = K · T + C
S
veiligheidsafstand (mm)
K
naderingssnelheid 1,6 m/s
T
nalooptijd van de machine (ms) + reactietijd van de WEU
C
afhankelijk van het aantal stralen (1, 2 of 3) zie tabel
Aantal stralen
Hoogte van de
stra(a)l(en) in mm
vanaf de vloer
C
5.2
Afstand tot spiegelende
oppervlakken
Spiegelende vlakken, die binnen de zend- en ontvangstkegel
aanwezig zijn daar worden neergezet of aangebracht, kunnen
tot omleiding en daardoor tot niet herkennen van een hindernis
leiden.
Daarom moet een minimum afstand "a" van spiegelende voor-
werpen ten opzichte van de optische as (rechtlijnige verbinding
zender/ontvanger) worden aangehouden (afbeelding). De af-
stand "a" is afhankelijk van de afstand tussen zender en ont-
vanger.
De controle op omspiegelen staat beschreven in 7 Testaanwij-
zingen.
1
2
750
400
900
1200
850
NL
Hoofdstuk 5
3
300
700
1100
850
269