3.3. Opstelling en elektrische aansluiting
3.3.1. Plaats van gebruik
LET OP!
Mogelijke materiële schade!
Gevaar voor schade aan het apparaat door onjuist
gebruik.
Plaats de vrieskast in een droge en goed geventileerde
ruimte. Om bij beschadiging van het koelsysteem voor
voldoende lucht te zorgen, moet de ruimte een oppervlak
hebben van ca. 4 m².
Houd bij het installeren rekening met de ruimte die voor het
apparaat nodig is (zie "7.1. Apparaat installeren" op blz. 90).
Het apparaat is geschikt voor klimaatklassen N/ST (zie
typeplaatje). Bij omgevingstemperaturen van 16 °C tot 38 °C
is optimaal koelvermogen van het apparaat gewaarborgd. Bij
afwijkende temperaturen kan het vermogen van het apparaat
afnemen.
Stel het apparaat niet bloot aan extreme omstandigheden.
Vermijd:
− hoge luchtvochtigheid en vocht
− extreem hoge of lage temperaturen
− direct zonlicht
− open vuur
WAARSCHUWING!
Brandgevaar!
Onvoldoende luchtcirculatie kan leiden tot
oververhitting.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen in de behuizing,
rondom het apparaat en in de inbouwnis niet geblokkeerd
zijn.
Houd voor voldoende ventilatie een afstand van minimaal 10
cm tot de bovenkant en 5 cm tot de achterwand aan.
78