Insteltabellen
Voor koplampen van motorvoertuigen behalve land-
of bosbouwkundige (lob) trekkers en machines voor
openbare werken
1.1
EWG (EG)/ECE als uitgangspunt voor de controle
1.1.1
Motorvoertuigen met verlichtingsaanbouw volgens
76/756/EWG of met goedkeuring volgens ECE-R 48
1.2
STVZO als uitgangspunt voor de controle
1.2.1
Motorvoertuigen met eerst verstrekte kentekenbewijs
vanaf 01-01-1990. Koplampen niet hoger dan 1200 mm
boven het wegdek
1
)
1.2.2
Motorvoertuigen met eerst verstrekte kentekenbewijs tot
31-12-1989. Koplampen niet hoger dan 1400 mm boven
1
het wegdek
), alsmede motorvoertuigen met eerst ver-
strekte kentekenbewijs vanaf 01-01-1990. Koplampen
hoger dan 1200 mm, maar niet hoger dan 1400 mm
boven het wegdek
1
)
a)
Personenauto's (ook combinatie-motorvoertuig)
b)
Motorvoertuigen met niveauregelende vering of
2
automatische lichthoogteregeling
)
c)
Vrachtwagens met laadvlak aan voorzijde
d)
Vrachtwagen met laadvlak aan achterzijde
e)
Trekkers
f)
Autobussen
1.2.3
Motorvoertuigen met koplampen H≥ 1400 mm 1)
2.
Motorfi etsen
3.
Lob trekkers en machines voor openbare werken
1
) Tot hoogste punt van het oplichtende vlak
2
) Karakteristieken van deze voorzieningen dienen in overeenstemming met de
aanwijzingen van de fabrikant in acht te worden genomen.
21
Voor koplampen van motorfi etsen en land- en
Koplampen
Mistlampen-
bosbouwkundige (lob) trekkers en machines voor
voor dimlicht
openbare werken
Op voertuig
2.0 %
aangegeven
instelmaar
1.2 %
2.0 %
1.2 %
2.0 %
1.0 %
2.0 %
3.0 %
4.0 %
Met uitzondering
van motorvoertuigen
volgens 1.2.2. b)
H/3
(H/3 + 7)
Zie bedieningshandleiding
Voor de diverse voertuigtypen
zijn verschillende neigingen
van de licht-donkergrens in %
voorgeschreven (zie insteltabel
helling licht-donkergrens in %
x 10 komt overeen met maat e).
2
Motorfi etsen en soortgelijke motorvoertuigen
2.1
93/92/EWG als uitgangspunt voor de controle
a)
2-wielige kleine motorvoertuigen
b)
3-wielige kleine motorvoertuigen
4-wielige lichte motorvoertuigen
c)
Motorfi etsen zonder/met zijspan
d)
Motorfi etsen met 3 wielen
2.2
ECE-R 53
als uitgangspunt voor de controle
2.3
STVZO als uitgangspunt voor de controle
3
Lob trekkers en machines voor openbare werken
en soortgelijke motorvoertuigen
3.1
EWG (EG)/ECE als uitgangspunt voor de controle
a)
Hoogte koplamp 500 mm < h ≤ 1200 mm
b)
Hoogte koplamp 1200 mm < h ≤ 1500 mm
c)
Extra koplamp (aan trekkers die geschikt zijn voor
aanbouw aan voorzijde) H ≤ 2800 mm
3.2
STVZO als uitgangspunt voor de controle
a)
Enkelassige trekkers of machines voor openbare werken
met permanent gedimde koplampen, waarop de
noodzakelijke helling van het midden van de lichtbundel
is aangegeven
b)
Meerassige trekkers of machines voor openbare werken
Koplampen
Mistlampen-
voor dimlicht
Geen eisen
0,5 tot 2,5 % 2.0 %
Op voertuig
2.0 %
aangegeven
instelmaat
1.0 %
2.0 %
0,5 tot 4,0 % 2.0 %
0,5 tot 6,0 % 2.0 %
H/3
-
2 x N
2.0 %
1.0 %
2.0 %