Nederlands
► Breng geen wijzigingen aan de verticuteer‐
machine aan.
► Als de bedieningsorganen niet werken: niet
met de verticuteermachine werken.
► Als het materiaal dat uit het gazon is losge‐
maakt in de opvangbox moet worden opge‐
vangen: haak de opvangbox vast zoals in
deze gebruiksaanwijzing beschreven staat.
► Monteer een origineel STIHL accessoire
voor deze verticuteermachine.
► Monteer de wals zoals in deze gebruiks‐
aanwijzing beschreven staat.
► Monteer accessoires zoals in deze
gebruiksaanwijzing of in de gebruiksaanwij‐
zing van het accessoire beschreven staat.
► Steek geen voorwerpen in de openingen
van de verticuteermachine.
► Vervang versleten of beschadigde waar‐
schuwingsstickers.
► Als er onduidelijkheid bestaat: neem con‐
tact op met een STIHL vakhandelaar.
4.6.2
Walsen
De verticuteerwals en de wiedegwals verkeren in
een veilige toestand, als aan de volgende voor‐
waarden is voldaan:
– De as, messen, veertanden en de aanbouw‐
delen zijn onbeschadigd.
– De as, messen en veertanden zijn niet ver‐
vormd.
– De wals is correct gemonteerd.
– De messen en veertanden hebben geen bra‐
men.
– De minimumlengte van de messen is niet
onderschreden,
WAARSCHUWING
■ Als onderdelen niet in een veilige toestand
verkeren, kunnen delen van de messen en
veertanden losraken en weggeslingerd wor‐
den.Personen kunnen ernstig letsel oplopen
► Werk met onbeschadigde messen en veer‐
tanden en onbeschadigde aanbouwdelen.
► Als de minimumlengte van de messen is
onderschreden:verticuteerwals vervangen.
► Als er onduidelijkheid bestaat:neem contact
op met een STIHL vakhandelaar.
4.7
Elektrisch aansluiten
Contact met onder spanning staande onderdelen
kan de volgende oorzaken hebben:
– De verlengkabel is beschadigd.
– De stekker van de verlengkabel is beschadigd.
– Het stopcontact is niet correct geïnstalleerd.
176
19.2.
GEVAAR
■ Contact met onder spanning staande onderde‐
len kan een elektrische schok tot gevolg heb‐
ben. De gebruiker kan ernstig of dodelijk letsel
oplopen.
► Controleer of de verlengkabel en stekker
onbeschadigd zijn.
Als de verlengkabel beschadigd is:
► de beschadigde plek niet aanraken.
► Trek de stekker uit het stopcontact.
► Pak de verlengkabel en de stekker met
droge handen vast.
► Steek de stekker van de verlengkabel in
een correct geïnstalleerd en geaard stop‐
contact.
► Sluit de verticuteermachine aan via een
aardlekschakelaar (30 mA, 30 ms).
■ Een beschadigde of ongeschikte verlengkabel
kan tot een elektrische schok leiden. Personen
kunnen ernstig of dodelijk letsel oplopen.
► Gebruik een verlengkabel met de juiste
draaddiameter,
► Gebruik een spatwaterdichte en voor bui‐
tengebruik goedgekeurde verlengkabel.
WAARSCHUWING
■ Tijdens het werken kan een verkeerde net‐
spanning of een verkeerde netfrequentie tot
een overspanning in de verticuteermachine
leiden. De verticuteermachine kan beschadigd
raken.
► Controleer of de netspanning en de netfre‐
quentie van het elektriciteitsnetwerk over‐
eenstemmen met de specificaties op het
typeplaatje van de verticuteermachine.
■ Als er meerdere elektrische apparaten op één
verdeeldoos zijn aangesloten, kunnen tijdens
het werken elektrische onderdelen overbelast
raken. De elektrische onderdelen kunnen
warm worden en brand veroorzaken. Perso‐
nen kunnen ernstig of dodelijk letsel oplopen
en er kan materiële schade ontstaan.
► Sluit de verticuteermachine afzonderlijk op
een stopcontact aan.
► Sluit de verticuteermachine niet op een ver‐
deeldoos aan.
■ Een onjuist gelegde verlengkabel kan bescha‐
digd raken en personen kunnen erover strui‐
kelen. Personen kunnen letsel oplopen en de
verlengkabel kan beschadigd raken.
► Leg de verlengkabel zodanig, dat de verti‐
cuteermachine deze niet kan raken.
4 Veiligheidsinstructies
19.3.
0478-670-9910-B