Functie
Voorwaarden voor
inbedrijfstelling
Onderspanning
Tijdbewaking
olievoorwarmer
Gecontroleerde
intermittering
Besturingsprogramma
bij storingen
Ontgrendeling van de
branderautomaat
Ontstekingsprogramma
bij LMO14.113x2 en
LMO24.113x2
Begrenzing van de
repetitie
12/17
Building Technologies
∂
Automaat is ontgrendeld
∂
Ontgrendelingsknoppen «EK1» of «EK2» niet actief
∂
Alle contacten in de toevoerende fase zijn gesloten, warmtevraag
∂
Geen onderspanning
∂
Vlamopnemer verduisterd, en geen vreemd licht
∂
Veiligheidsuitschakeling uit de bedrijfsstand bij netspanningsverlaging lager dan
ca. AC 165 V (bij U
N
∂
Herstart bij stijging van de netspanning boven ca. AC 175 V (bij U
AC 95 V (bij U
= AC 120 V)
N
Sluit het vrijgavecontact van de olievoorverwarmer niet binnen 10 minuten, dan vindt er
een niet wijzigbare storingsuitschakeling plaats.
Na uiterlijk 24 h ononderbroken bedrijf vindt een door de automaat in werking gestelde,
automatische veiligheidsuitschakeling plaats, met aansluitende herstart.
Bij een niet wijzigbare storingsuitschakeling worden in principe de uitgangen voor de
brandstofventielen, de brandermotor en de ontstekingsinrichting onmiddellijk (<1
seconde) uitgeschakeld. Na een niet wijzigbare storingsuitschakeling blijft de LMO
vergrendeld, de rode signaallamp (LED) brandt continu.
automaat is af aanstonds mogelijk. Deze status zal ook bij netspanning interruptie
bewaren.
Oorzaak
Na uitval netspanning
Onderschrijden van de
onderspanningsdrempel
Bij vreemdlicht tijdens voorspoeltijd (t1), 5
sec. voor vrijgave «BV1»
Bij vreemdlicht tijdens wachttijd (tw)
Geen vlamvorming aan het einde van
veiligheidstijd (TSA)
Bij vlamuitval tijdens bedrijf
Vrijgavecontact van de olie voorverwarmer
sluit niet binnen 10 min.
Na een niet wijzigbare storingsuitschakeling is een onmiddellijke ontgrendeling mogelijk.
Houd de ontgrendelingsknop ca. 1 seconde (<3 seconden) ingedrukt. Een ontgrendeling
van de LMO is enkel mogelijk als alle contacten in de toevoerende fase gesloten zijn en
er geen sprake is van onderspanning.
Bij vlamdoving binnen de veiligheidstijd (TSA) vindt een herontsteking plaats, echter
maximaal tot aan het einde van de veiligheidstijd (TSA). Er zijn dus meerdere
ontstekingspogingen binnen de veiligheidstijd (TSA) mogelijk, zie
«Programmaverloop».
Bij vlamdoving tijdens bedrijf kan er maximaal 3 keer een startherhaling worden
uitgevoerd. Bij de vierde vlamdoving tijdens bedrijf wordt een niet wijzigbare
storingsuitschakeling in werking gesteld. De repetitietelling begint steeds bij iedere
regelinschakeling opnieuw door temperatuur- of drukregelaar (R).
= AC 230 V) of AC 75 V (bij U
Reactie
Herstart
Veiligheidsuitschakeling, gevolgd van
herstart
Niet wijzigbare storingsuitschakeling
aan het einde van de voorspoeltijd (t1)
Startverhindering, na maximaal
40 seconden volgt een niet wijzigbare
storingsuitschakeling
Niet wijzigbare storingsuitschakeling
aan het einde van de veiligheidstijd
(TSA), knippersignaal 2, zie
Programmaverloop
Maximaal 3 x startherhaling, daarna
volgt een niet wijzigbare
storingsuitschakeling
Niet wijzigbare storingsuitschakeling
= AC 120 V)
N
= AC 230 V) of
N
Een ontgrendeling van de
CC1N7130nl
15.03.2018