Functies En Bediening - Carl Martin CerviJect 1956 Instrucciones De Uso

CerviJect
De injectiespuit voor de intraligamentaire anesthesie, voor gebruik met 1,8ml car-
pules en naalden met metrische draad, die in de intraseptale anesthesie kunnen
worden gebruikt. (Dit product is ook verkrijgbaar met US schroefdraad/imperial
thread onder artikelnummer 1956-IT.)
Uitsluitend te gebruiken door de dentale professie.
De intraligamentaire anesthesie (ILA) is een speciale vorm van de infiltratie c.q.
locale anesthesie. De ILA onderscheid zich van de locale anesthesie door dat de
injectie direct in de gingivale sulcus van het desbetreffende element wordt gegeven
en niet parallel aan de tandas in de omslagplooi van de slijmhuid naast het te ver-
doven element. Hierdoor kan men selectief het element verdoven terwijl dit bij de
locale anesthesie minstens 2-3 elementen omvat.

Functies en bediening

1. Opbouw van de CerviJect spuit
In de volgende tekening worden de onderdelen en de montage van de spuit uit-
gelegd.
10 5 1
2 4
1 Aanzetstuk 6 Handstuk
2 Venster 7 Doseerhevel
3 Kunststof venster 8 Ontgrendelingsknop voor plunjer
4 Bajonetsluiting 9 Plunjer
5 Opzetstuk voor naald 10 Injectienaald (wordt niet bij spuit geleverd)
NL
7 8
3 9
- 20 -
2. Voorbereiding voor de injectie
De plunjer (9) volledig naar achter drukken door de ontgrendelingsknop (8) inge-
drukt te houden.De spuit daarbij loodrecht houden en de plunjer tot aan de aanslag
in het handstuk drukken.
Kunststof venster (3) in het aanzetstuk (1) schuiven.
Standaardcarpule van 1,8ml in het aanzetstuk schuiven. Aanzetstuk (1) en hand-
stuk (6) door middel van bajonetsluiting (4) met elkaar verbinden. De doseerhevel
(7) zo lang indrukken totdat men een lichte weerstand voelt. De plunjer heeft dan
contact gemaakt met de stop van de carpule en drukt de carpule in het aanzetstuk.
De naald op het opzetstuk schroeven. Wij adviseren een naald in de afmetingen
0,3x12mm of 0,3x16mm te gebruiken met de voor deze anesthesiemethode spe-
ciaal geslepen uiteinde.
LET OP: altijd eerst de ampul in de ampulhouder leggen en daarna de canule-in-
sertie (naald) opschroeven. Bij de omgekeerde volgorde bestaat anders het gevaar
dat de naald niet in de ampul steekt en verbuigt.
De doseerhevel zo lang drukken tot de injectievloeistof uit de naald komt. De spuit
is nu klaar voor gebruik.
6
Na het volgens de voorschriften laden en monteren, wordt
de naald langs de tandhals in de gingivale sulcus gevoerd
met directe toegang tot de parodontale spleet. Dit gebeurt
in de regel van buccaal/labiaal of palatinaal/linguaal.
Zodra het alveolaer bot bereikt wordt dient men de eerste
dosis toe. Er moet een voelbare weerstand zijn waardoor het
zeker is dat de anesthesie niet in het omliggende zachte
weefsel terecht komt, maar dat een adequate intraossale
infiltratie bereikt wordt. Het slijmvlies kleurt hierbij
bleek ingevolge de vasaconstrictie.
- 21 -