3. Draai de bodem (C) van de verdamper
iets omhoog of omlaag (afhankelijk van
de situatie).
4. Draai de moer (B) aan.
5. Schuif het schuifpaneel in de kachel.
Controleer of het afdichtkoord goed
afdicht als de kachel brandt.
6.1
Tabel storingzoeken
/i
Storing
De vlam dooft direct
na het aansteken; de
controlelamp brandt
niet.
Bio Energy series
Oorzaak
1
De kachel heeft geen
spanning.
2
De brandstofpomp is
niet ingeschakeld.
3
De motor en de pomp
werken niet.
4
De pompthermostaat
heeft de volledige tem-
peratuur nog niet
bereikt.
5
De maximaal thermos-
taat is defect.
40.020.953 - rev. 05 - 2015
6
STORINGEN
Zorg dat de stroom is ingeschakeld
en de brandstoftank vol is, voordat u
begint met storingzoeken.
WAARSCHUWING
Sluit de elektrische stroom af tijdens
reparatie!
Oplossing
Controleer de elektrische
aansluiting.
Zet de schakelaar in stand
"1", zie fig. 5 (A).
Verwarm de brandstof (maxi-
0
maal 50
C) of verdun deze
met biodiesel.
Controleer de pompthermos-
taat en vervang deze, indien
nodig.
Controleer de overloopbe-
veiligingsschakelaar door de
overloopkom een paar keer
op en neer te bewegen.
Controleer of de pompas
handmatig gedraaid kan wor-
den. Reinig de pomp als dit
niet kan.
Controleer de pompmotor.
Laat de kachel afkoelen.
Start de kachel opnieuw op.
Vervang de pompthermos-
taat.
Reset de thermostaat.
Vervang de thermostaat.
Nederlands
Actie
Gebruiker
Gebruiker
Gebruiker
Dealer
Gebruiker
Gebruiker
Dealer
Gebruiker
Dealer
Gebruiker
Gebruiker
13