THERMOBILE Bio Energy 2 Manual Del Usuario página 14

Nederlands
Storing
De vlam dooft direct
na het aansteken; de
controlelamp brandt
niet.
De vlam dooft direct
na het aansteken; de
controlelamp brandt .
De verbrandings-
luchtventilator blijft
draaien, terwijl de
warmeluchtventilator
gestopt is en de
kachel is afgekoeld.
Er is roetvorming in
de verbrandings-
kamer en in de
schoorsteen.
14
Oorzaak
6 De overloopbeveiliging
is vol met plantaardige
olie of biodiesel.
7 Er is water of bezinksel
in de brandstoftank.
8 De brandstoftoevoerpijp
is verstopt: de brandstof
stroomt terug in de
brandstoftank via de
retourleiding.
9 De trek in de schoor-
steen in niet goed.
10 De verbrandingsther-
mostaat is defect.
11 De verbrandingslucht-
ventilator werkt niet.
12 Er is onvoldoende toe-
voer van verbrandings-
lucht.
13 De schoorsteen heeft
een te grote of onregel-
matige trek.
40.020.953 - rev. 05 - 2015
Oplossing
Reinig de overloop kom,
branderschaal en bodem van
de verdamper.
Reinig de brandstoftank en
het brandstoffilter, zie fig. 3.
Reinig de brandstoftoevoer-
pijp, of vervang deze indien
nodig.
Controleer of de schoorsteen
aangebracht is volgens
opgave, zie "schoorsteen".
Controleer de schoorsteen
op lekkage.
Reinig de schoorsteen, in-
dien nodig.
Zie storingen: 3 en 4.
Vervang de verbrandings-
thermostaat.
Controleer de motor en ver-
vang deze, indien nodig.
Reinig de gaten in de ver-
damper.
Controleer de werking van de
verbrandingsluchtventilator.
Breng een schoorsteenklep
aan, zie "schoorsteen".
Stel de schoorsteen af op de
juiste druk, zie § 5.3.
Zie storingen: 9, 12 en 13.
Actie
Gebruiker
Gebruiker
Gebruiker
Gebruiker
Gebruiker
Gebruiker
Gebruiker
Dealer
Gebruiker
Gebruiker
Dealer
Bio Energy series