4. Geeft aan dat het luchtdrukalarm AAN is
5. Door gebruiker in te stellen eenheid hoogte / luchtdruk
NEERSLAG
1
2
3
4
1. 0 (huidig) tot – 24 uur neerslaggegevens
2. Totale neerslag (zie onder SINCE datumstempel in klokscherm voor meer
informatie)
3. Indicator neerslaghoeveelheid
4. Regenmeting
5. Batterij sensor zwak
6. Geeft aan dat het hoge neerslagalarm AAN is
7. Toont totale neerslag van de afgelopen 24 uur
8. Neerslageenheid
UV
1
2
1. 0 (huidig) tot – 10 uur UV-gegevens
2. UV-index niveau
3. Batterij sensor zwak
4. Geeft aan dat het hoge UV-alarm AAN is
5. UVI meting
KLOK / MAANSTAND
1
2
DATA LOGGER MIN
3
4
1. Toont tijd van gegevens, tijdstempel voor Binnen- / Buitentemperatuur- / -
vochtigheidssensoren en aanvankelijk ingestelde datum (Sinds datum) voor
neerslag
2. Radiogestuurde Klok
3.
geeft aan dat het alarm AAN is
4. Toont Klok met seconden, Klok met dag, Kalender, Datalogger
5. Datalogger toont het aantal overgebleven dagen dat nog opgeslagen kan worden
in het geheugen
6. Instellen Datalogging frequentie (zie de Geheugen sectie)
7. Weergave maanstand
8. Ingestelde Tijdzone
BUITENTEMPERATUUR / -VOCHTIGHEID
1
2
3
4
5
6
7
1. Geeft aan dat HI / LO buitentemperatuuralarmen AAN zijn
2. MAX / MIN temperaturen (zie onder datumstempel in klokscherm voor meer
informatie)
3. Batterij sensor zwak
4. Weergaven van 1-10 buitensensoren
5
5. Hitte-index
6. Buitentemperatuurmeting
7. Temperatuurtrendindicatoren
6
8. Temperatuur dauwpunt
9. MAX / MIN vochtigheid
7
10. Geeft aan dat HI / LO buitenvochtigheidsalarmen AAN zijn
8
11. Vochtigheidstrendindicatoren
12. Door gebruiker te selecteren temperatuureenheid
BINNENTEMPERATUUR EN -VOCHTIGHEID
1
2
3
4
5
1. Geeft aan dat HI / LO temperatuuralarmen AAN zijn
2. MAX / MIN temperaturen
3. Hitte-index
3
4. Binnentemperatuurgegevens
5. Temperatuurtrendindicatoren
6. Temperatuur dauwpunt
4
7. MAX / MIN vochtigheid binnen
8. Geeft aan dat HI / LO vochtigheidsalarmen AAN zijn
9. Vochtigheidstrendindicatoren
5
10. Door gebruiker te selecteren temperatuureenheid
WINDSNELHEID / WINDRICHTING / GEVOELSTEMPERATUUR
1
2
3
5
4
6
7
8
1. Door gebruiker in te stellen gemeten wind: Stoot / Gemiddeld; Toont MAX
gemeten windsnelheid
2. Geeft aan dat het HI alarm AAN is
3. Batterij sensor zwak
4. Windrichtingindicator
5. Door gebruiker te selecteren windsnelheidseenheid
6. Indicator Windsnelheidsniveaus
7. Weergave gevoelstemperatuur
8. Geeft aan dat het LO gevoelstemperatuuralarm AAN is
9. Meting gevoelstemperatuur
STAAFDIAGRAM
8
1
9
2
10
3
4
1. Staafdiagramscherm
2. Staafdiagram Barometer
11
3. Staafdiagram neerslag
12
4. Staafdiagram UV-index
5. Metingsas
3
6
7
8
9
10
5
6
7
8
9
5