Bedieningsinstructies - gopart 60L Manual Del Usuario

BEDIENINGSINSTRUCTIES

WAARSCHUWING: voordat u de duwstrooimachine gaat gebruiken, moet u eerst onderstaande instructies en de
veiligheidsinformatie doornemen. Als u deze instructies niet opvolgt, kan dit tot materiële schade of tot letsel van
de gebruiker of omstanders leiden.
STROOIMACHINE GEBRUIKEN
1. Controleer de strooimachine voor elk gebruik. Controleer of de wielen soepel
draaien en of de tandwielkast beweegt wanneer de strooimachine wordt voortge-
duwd. De trechter moeten schoon zijn en mag geen scheuren vertonen.
2. Deze strooimachine is ontwikkeld voor het strooien van uiteenlopende materialen
(steenzout, dooimiddel, zand, kunstmest en graszaad). Materialen zoals poeder,
mest, grondaarde en grind hebben niet de juiste fysieke eigenschappen en mogen
niet worden gebruikt in deze strooimachine.
3. Bepaal bij benadering de grootte van het stuk grond dat moet worden bestrooid en
maak een schatting van de benodigde hoeveelheid materiaal. Zie de aanbevelingen
van de kunstmestfabrikant. Verbrokkel klonten kunstmest terwijl u de trechter
vult.
4. Controleer voordat u de trechter vult of de debietregelhendel in stand "0" staat en
of de debietregelplaat is gesloten.
5. Zet de verstelbare aanslag met de debietregelhendel altijd in stand "0". Sluit de
debietregelplaat elke keer wanneer u gaat stoppen of keren om het verspreiden
van materiaal te stoppen en maak nog één gang. Hierdoor wordt verspilling voor-
komen en wordt voorkomen dat het gazon wordt beschadigd door te veel product.
6. Volg de door de fabrikant aanbevolen dekkingsgraad voor elk product.
7. Om dezelfde dekking te behouden terwijl u in een ander tempo loopt, stelt u het
debiet opnieuw in. Verlaag het debiet voor een lager looptempo en verhoog het
debiet voor een hoger looptempo.
8. Houd de plaat van het schoepenwiel horizontaal wanneer u de strooimachine be-
dient. Wanneer u de strooimachine kantelt, krijgt u een ongelijkmatige dekking.
9. Begin altijd eerst te lopen voordat u de sluitplaat opent.
10. Sluit de debietregelplaat altijd voordat u draait of de strooimachine stopt.
11. Als er per ongeluk te veel materiaal terecht is gekomen op een klein gebied, door-
weekt u het gebied grondig met een tuinslang of sproeier om verbranden van het
gazon te voorkomen.
12. Om een consistente dekking te garanderen, moet u er voor zorgen dat elk strooi-
patroon het vorige strooipatroon iets overlapt.
13. Zorg er bij het strooien van materiaal voor dat het materiaal niet op groenblijvende
bomen, bloemen of struiken wordt gestrooid.
14. Strooi niet teveel materiaal. Volg de aanbevolen dekkingsgraad voor elk product.
Te veel strooien lijdt tot schade aan uw gazon en tot verontreiniging.
NL
47