Onderhoud
Attentie! Koppel, voor ieder onderhoud, eerst de
wasemkap van het elektriciteitsnet af door de stekker weg
te trekken of door de hoofdschakelaar van de woning uit
te schakelen.
Schoonmaak
De kap moet regelmatig schoon gemaakt worden, zowel
binnen als buiten (tenminste met dezelfde regelmaat waarmee
de vetfilters gereinigd worden). Gebruik voor het reinigen een
doek die u vochtig maakt met een beetje neutraal vloeibaar
reinigingsmiddel. Gebruik geen producten die schuurmiddelen
bevatten.
GEEN ALCOHOL GEBRUIKEN!
Attentie: Als u deze aanwijzingen m.b.t. reiniging van het
apparaat en vervanging resp. reiniging van de filters niet
opvolgt, kan dat tot brand leiden. Deze aanwijzingen beslist
opvolgen!
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade aan de motor of
schade t.g.v. brand die het gevolg zijn van ondeskundig
onderhoud of niet opvolgen van de bovengenoemde
veiligheidsvoorschriften.
Vetfilter
afb. 10-20
Houdt de vetdeeltjes vast.
Het metalen vetfilter moet eenmaal per maand worden
gereinigd met neutrale reinigingsmiddelen, met de hand of in
de vaatwasmachine op lage temperaturen en met een kort
programma. Door hem in de vaatwasmachine te wassen kan
het metalen vetfilter ontkleuren, maar dit is niet van invloed op
de eigenschappen, die beslist niet veranderen.
Om het vetfilter te demonteren trekt u aan de veerbelaste
ontgrendelingshandgreep.
Koolstoffilter (alleen voor filterend apparaat)
afb. 19
Houdt de lastige kookgeuren vast.
De verzadiging van de koolstoffilter vindt plaats na een min
of meer geprolongeerd gebruik en hangt af van het soort
koken en de regelmaat waarmee de vetfilter wordt gewassen.
In ieder geval moet de filter minstens om de 4 maanden
vervangen worden.
Het kan NIET gewassen of opnieuw gebruikt worden
Verwijder de vetfilters.
Plaats één koolstoffilter per zijde en maak het aan de kap
vast.
Plaats de vetfilters weer terug.
Vervanging lampjes
afb. 21
Sluit de stroom af.
Attentie! Alvorens de lampjes aan te raken controleer eerst of
ze koud zijn.
1. haal de bescherming weg door het op te lichten met een
kleine schroevendraaier of iets dergelijks.
2. Vervang het kapotte lampje.
Gebruik alleen halogeenlampjes van 12V -20W max - G4,
en zorg ervoor dat u hen niet met de blote hand aanraakt.
3. Sluit de lampenkap weer (klikt op zijn plaats).
Als de verlichting niet werkt, controleer dan of de lampjes
goed op hun plaats zitten alvorens de assistentiedienst te
bellen.
34