Sensorfoutfunctie
3.3.6 Pompbeveiliging
Volg de stappen 1 tot en met 3 en ga dan als volgt te werk.
Set-upselectie
Pompbescherming
Slaapmodus
inschakelen
Minimum/Slaapfreq.
Slaapvertraging
Geen debiet Verschil
Minimum looptijd
Minimum/Slaaptijd
Venster Stroomcontrole
Stroomcontroletijd
Stop
20,0 Hz
1 s
herstarten
0,200
1 s
1 s
0,00%
10.0 min
6. Selecteer welke aandrijving moet werken als een
sensorfout wordt waargenomen, met "Stop" stopt de
omvormer.
1. Selecteer Pump Protection Setup
2. Selecteer Enable om de slaapmodusfunctie te acti-
veren waarmee de pomp wordt uitgezet als er geen
debiet in het systeem is.
3. Stel de minimum-/slaapfrequentie in.
4. Stel de periode in dat het pomptoerental op of be-
neden de slaapfrequentie moet zijn om naar slaap-
modus te gaan.
5. Stel het verschil in tussen de instelwaarde en de
werkelijke waarde waarbij de pomp weer zal herstar-
ten vanuit slaapmodus
6. Stel de periode in dat de pomp aan moet blijven
en niet naar slaapmodus mag gaan.
7. Stel de periode in dat de pomp in slaapmodus
moet blijven.
8. Stel het venster in rond de instelwaarde waarin het
debiet wordt gecontroleerd. Zie de volledige hand-
leiding voor meer informatie.
9. Selecteer de periode waarin het debiet wordt ge-
controleerd. Zie de volledige handleiding voor meer
informatie.
nl - Vertaling van origineel
123