All manuals and user guides at all-guides.com
(18) Het tweede (en derde) filterinzetstuk na het uitspoelen even-eens plaatsen, waarbij de buis-
openingen boven elkaar moeten liggen en met de rubberen manchetten goed afgedicht worden.
Handgrepen steeds weer naar beneden drukken en erop letten dat de filterinzetstukken goed op
elkaar liggen. Het tweede resp. derde rubberen manchet op het bovenste filterinzetstuk plaatsen.
(19) Vervolgens het witte filtervlies
de ingeschoven handgreep leggen.
op
Het witte vlies mag niet onder de beugel liggen; de boring voor de buisopening moet vrij
Let op:
blijven.
Afdekzeef plaatsen (het gat over de buisopening).
Moet er bovendien over kool gefiltreerd worden, dan wordt de kool-spons (best.
Opmerking:
nr. 2628260) in het bovenste filterinzetstuk onder de handgreep gelegd. Het witte filtervlies ligt
als laatste laag op de ingeschoven handgreep van het filterinzetstuk.
Filter sluiten, adapter inzetten.
(20) Controleren of de profieldichting op de filterkop goed zit en evtl. vervuiling verwijderen. Fil-
terkop op de filterpot zetten, waarbij het buisstuk van de filterkop in de buisopening van de filter-
inzetstukken gestoken moet worden. Alle vier sluitclips sluiten.
(21) Vervolgens de adapter op de pilaren zetten (sluit-handel naar voren) en de handel tot de aan-
slag tegen de adapter klappen.
Daardoor wordt de adapter in de afdichting gezogen en tegelijkertijd automatisch geopend.
Ingebruikname
(22) Om de filter te starten wordt de pomp langzaam geheel naar beneden gedrukt en weer los-
gelaten. Door de krachtige veer komt de pomp automatisch weer in de uitgangspositie en zuigt
daarbij het water in de filterpot.
(23) Zodra de pot gevuld is, kan de stekker in het stopcontact gestoken worden om de filter in
bedrijf te stellen.
(24) Vervolgens wordt de afsluitdop op het open eind van de sproeierbuis gestoken.
Mocht de wateroverloop, doordat de slangen niet perfect gemonteerd zijn, niet volle-
Opmerking:
dig tot stand gekomen zijn, dan kan de aanzuighulp meerdere malen geactiveerd worden.
Reguleren van de doorstroomhoeveelheid.
(25) Om de filtercapaciteit aan de drukzijde naar wens te kunnen instellen, kan de handel tot aan
de veiligheidsvergrendeling langzaam naar voren getrokken worden. Daarbij toont de vlotter in
het kijkglas van de indicator de actuele doorstroomhoeveelheid van het water aan.
De indicator.
(26) De indicator geeft voortdurend aan hoeveel water er door het systeem gaat en signaleert daar-
door eventuele storingen.
Raakt de vlotter het rode bereik van de markering aan, wordt niet meer het volle vermogen bereikt
en moet het filtersysteem gecontroleerd worden.
36