All manuals and user guides at all-guides.com
Een disk afspelen
1. Plaats een CD (zie paragraaf "Een disk plaatsen").
2. Start het afspelen met
(1) op het apparaat of PLAY / PAUSE (1) op de afstandsbediening. De display
vertoont het huidige tracknummer (bijv. "01."). Het puntje „." aan de rechterkant verwijst naar de
afspeelmodus.
3. Pas het volume aan met VOLUME (12).
4. Om het afspelen te pauzeren drukt u nogmaals op
afstandsbediening. Het huidige tracknummer knippert op de display. Hervat het afspelen door nogmaals
op
(1) op het apparaat te drukken of op PLAY / PAUSE (1) op de afstandsbediening.
5. Druk op
(8) op het apparaat of op STOP (4) op de afstandsbediening om het afspelen te stoppen, de
display geeft het totaal aantal tracks aan.
Opmerkingen:
Het afspelen van een CD wordt tevens geannuleerd wanneer:
a. het klepje van de CD-houder wordt geopend met
b. de functiekeuzeschakelaar FUNCTION (11) wordt ingesteld op stand RADIO.
c. alle tracks van de CD zijn afgespeeld.
6. Haal de CD eruit (zie paragraaf "Een disk er uithalen").
7. Zet het apparaat uit door FUNCTION (11) op stand OFF te zetten.
Opmerking: Vergeet niet dat de CD ook in pauzemodus blijft draaien, zelfs als u geen geluid kunt horen.
Het is dus belangrijk de pauzemodus uit te schakelen, om onnodige werking van de motor te vermijden.
Een andere track selecteren (OVERSLAAN in de stopmodus en tijdens het afspelen)
Tijdens het afspelen kunt u overslaan naar de vorige of volgende track met
apparaat of met SKIP - (2) of SKIP + (5) op de afstandsbediening.
1. Selecteer de track tijdens het afspelen, in stop –of pauzemodus en start het afspelen met
apparaat of met PLAY / PAUSE (1) op de afstandsbediening.
2. Druk kort op
(7) op het apparaat of SKIP + (5) op de afstandsbediening om over te slaan naar de
volgende track of druk meerdere keren op deze toets, totdat het gewenste tracknummer op de display
verschijnt.
3. Druk op
(6) op het apparaat of SKIP - (2) op de afstandsbediening om terug te keren naar het begin
van de huidige track.
4. Druk nogmaals (binnen 1 seconden na de eerste keer indrukken) op
afstandsbediening om telkens één track terug over te slaan.
Naar een bepaalde positie spoelen (tijdens het afspelen)
Houd
(6) of
(7) op het apparaat of SKIP - (2) of SKIP + (5) op de afstandsbediening ingedrukt om
naar de gewenste positie binnen de track te spoelen. Wanneer u de toets loslaat, vervolgt het normale
afspelen.
Opmerking: In spoelmodus wordt het volume verlaagd.
Tracks programmeren
Maximaal 20 tracks kunnen in een door u gekozen volgorde geprogrammeerd worden. Dezelfde track kan
meer dan één keer geprogrammeerd worden. De CD-speler moet in stopmodus staan (
apparaat of STOP (4) op de afstandsbediening).
1. Start de programmermodus met PROGAM (3) op het apparaat of de afstandstandsbediening. De display
geeft kort "01" weer (nummer van de geheugenlokatie) en vervolgens knippert "00".
2. Selecteer de gewenste track met
of SKIP + (5) op de afstandsbediening.
3. Sla de geselecteerde titel op door PROGAM (3) in te drukken op het apparaat of de afstandsbediening.
4. Herhaal de stappen 2 en 3 om meerdere tracks te programmeren. Het nummer van de geheugenlokatie
zal automatisch verhoogd worden.
5. Start het afspelen van de geprogrammeerde tracks met
88.
op het apparaat of PLAY / PAUSE (1) op de
/OPEN.
(6) of
(7) op het apparaat of met SKIP - (2)
(1) op het apparaat of met PLAY / PAUSE (1)
(6) of
(7) op het
(1) op het
(6) of SKIP - (2) op de
(8) op het