8 Elektrische installatie
7.4
Sluit de koudemiddelbuizen aan.
Aanwijzing
De installatie is eenvoudiger als eerst de gasbuis
aangeklemd wordt. De gasbuis is de dikste buis.
▶
Monteer de buitenunit op de daarvoor bestemde plaats.
▶
Verwijder de beschermdop van de koudemiddenaanslui-
tingen aan de buitenunit.
▶
Buig de geïnstalleerde buis voorzichtig in de richting van
de buitenunit.
▶
Snijd de buizen zodanig af dat een voldoende lang stuk
overblijft om deze met de aansluitingen van de buitenunit
te verbinden.
▶
Plaats de aansluitingen en voer het omwikkelen aan de
geïnstalleerde koudemiddelbuis uit.
▶
Verbind de koudemiddelbuizen met de desbetreffende
aansluitingen aan de buitenunit.
▶
Isoleer de koudemiddelbuizen afzonderlijk en correct. Be-
dek hierbij de eventuele scheidingspunten van de isolatie
met isolatietape of isoleer de onbeschermde koudemid-
delbuis met het desbetreffende materiaal dat in de kou-
detechniek wordt gebruikt.
7.5
Olieterugstroming naar de compressor
inplannen
Het koudemiddelcircuit bevat een speciale olie die de com-
pressor van de buitenunit smeert. Voor een makkelijkere re-
tour van de olie naar de compressor:
▶
Positioneer, indien mogelijk, de binnenunit hoger dan de
buitenunit.
▶
Monteer de aanzuigbuis (de dikste) met verval naar de
compressor toe.
Bij hoogtes boven 7,5 m:
▶
Installeer bijkomend een sifon of een olieafscheider om
de 7,5 meter, waarin de olie zich kan verzamelen en
waaruit het kan worden afgezogen om dan naar de bui-
tenunit terug te stromen.
▶
Monteer een bocht vóór de buitenunit om het terugstro-
men van olie te verbeteren.
7.6
Laat de stikstof uit de binnenunit af.
1.
Aan de achterkant van de binnenunit bevinden zich
twee koperbuizen met kunststof eindstukken. Het
breedste wijst op de lading van de moleculaire stikstof
in de eenheid. Als aan het einde een kleine rode
knop uitsteekt, betekent dit dat de unit niet volledig is
geleegd.
2.
Druk hierbij op het eindstuk van de andere buis met de
kleinste diameter om alle stikstof uit de unit af te laten.
194
8
Elektrische installatie
8.1
Elektrische installatie
Gevaar!
Levensgevaar door een elektrische schok
Als u spanningsvoerende componenten aan-
raakt, bestaat levensgevaar door elektrische
schok.
▶
Trek de stekker uit het stopcontact. Of
schakel het product spanningsvrij (schei-
dingsinrichting met minstens 3 mm con-
tactopening, bijv. zekering of vermogens-
schakelaar).
▶
Beveilig tegen herinschakelen.
▶
Wacht minstens 3 min tot de condensato-
ren ontladen zijn.
▶
Controleer op spanningvrijheid.
▶
Verbind fase en aarde.
▶
Sluit fase en nulleider kort.
▶
Dek of sluit in de omgeving onder span-
ning staande delen af.
▶
De elektrische installatie mag alleen door een elektro-
monteur worden uitgevoerd.
8.2
Stroomtoevoer onderbreken
▶
Onderbreek de stroomtoevoer vooraleer u de elektrische
aansluitingen tot stand brengt.
8.3
Bekabelen
1.
Gebruik de snoerontlastingen.
2.
Verkort de aansluitkabels indien nodig.
30 mm max.
3.
Om kortsluitingen bij het per ongeluk loskomen van een
ader te vermijden, ontmantelt u de buitenste omhulling
van flexibele kabels slechts maximaal 30 mm.
4.
Zorg ervoor dat de isolatie van de binnenste draden
tijdens het ontmantelen van de buitenste omhulling niet
beschadigd wordt.
5.
Verwijder slechts zoveel van de isolatie van de binnen-
ste aders als voor een betrouwbare en stabiele aanslui-
ting vereist is.
6.
Om kortsluiting door het losraken van draden te voorko-
men, moeten na het isoleren aansluithulzen op de ader-
uiteindes aangebracht worden.
7.
Controleer of alle draden mechanische vast in de stek-
kerklemmen van de stekker zitten. Bevestig deze indien
nodig opnieuw.
Installatie- en onderhoudshandleiding climaVAIR plus/exclusive 0020250592_03