Veiligheidsvoorschriften voor het zagen
a) m GEVAAR: Kom met uw vingers en handen
nooit in de buurt van het zaagblad of in het
zaagbereik.
Een moment van onachtzaamheid of bij wegslip-
pen kan uw hand in het zaagblad schieten wat
kan leiden tot ernstig letsel.
b) Geleid het werkstuk alleen tegen de draairich-
ting van de het zaagblad of snijwerktuig in.
Aanvoeren van het werkstuk in dezelfde richting
als de draairichting van het zaagblad boven de ta-
fel kan er toe leiden dat het werkstuk en uw hand
in het zaagblad wordt getrokken.
c) Gebruik bij langssneden nooit de verstekaan-
slag om het werkstuk aan te voeren, en ge-
bruik bij dwarssnedes met de verstekaanslag
nooit de parallelaanslag voor de lengte-instel-
ling. Het gelijktijdig aanvoeren van het werkstuk
met de parallelaanslag en de verstekaanslag ver-
hoogt de risico dat het zaagblad komt vast te zit-
ten en er een terugslag ontstaat.
d) Voer bij langssneden de aanvoerkracht op
het werkstuk altijd uit tussen aanslagrail en
zaagblad. Gebruik een schuifstok als de af-
stand tussen de aanslagrail en het zaagblad
minder is dan 150 mm en een schuifblok als
de afstand minder is dan 50 mm.
Dergelijke hulpmiddelen zorgen er voor dat uw
hand op veilige afstand van het zaagblad blijft.
e) Gebruik uitsluitend de meegeleverde schuif-
stok van de fabrikant of een die overeenkom-
stig de instructies is vervaardigd.
De schuifstok zorgt voor voldoende afstand tus-
sen hand en zaagblad.
f) Gebruik nooit een beschadigde of ingezaagde
schuifstok.
Een beschadigde schuifstok kan breken en er toe
leiden dat uw hand in het zaagblad terecht komt.
g) Werk niet "zonder handbescherming". Ge-
bruik altijd de parallelaanslag of de verste-
kaanslag om het werkstuk aan te leggen en
te geleiden. "Zonder handbescherming" be-
tekent dat het werkstuk in plaats van met de
parallelaanslag of de verstekaanslag met de
handen wordt ondersteund of geleid.
Het zagen zonder handbescherming leidt tot on-
juiste uitlijning, vastklemmen en terugslag.
h) Grijp nooit om of over een draaiend zaagblad.
Het grijpen naar een werkstuk kan tot onvoorzien
aanraken van het draaiende zaagblad leiden.
i) Ondersteun lange en/of brede werkstukken
achter en/of aan de zijkant van de zaagtafel
zodat deze horizontaal blijven.
Lange en/of brede werkstukken kunnen aan de
rand van de zaagtafel kantelen; dit leidt tot min-
der controle, vastklemmen van het zaagblad en
terugslag.
www.scheppach.com / service@scheppach.com / +(49)-08223-4002-99 / +(49)-08223-4002-58
j) Voer het werkstuk gelijkmatig aan. Verbuig of
verdraai het werkstuk niet. Als het zaagblad
vastklemt, schakelt u het elektrisch gereed-
schap direct uit, trekt u de netstekker los en
verhelpt u de oorzaak voor het vastklemmen.
Het vastklemmen van het zaagblad door het
werkstuk kan leiden tot terugslag of het blokkeren
van de motor.
k) Verwijder niet het afgezaagde materiaal ter-
wijl de zaag loopt. Afgezaagd materiaal kan zich
vastzetten tussen het zaagblad en de aanslagrail
of in de veiligheidsafdekking vast komen te zitten
en bij het verwijderen uw vingers in het zaagblad
trekken. Schakel de zaag uit en wacht tot het
zaagblad tot stilstand is gekomen, voordat u het
materiaal verwijdert.
l) Gebruik voor langssneden aan de werkstuk-
ken die dunner zijn dan 2 mm, een extra paral-
lelaanslag die contact heeft met het tafelop-
pervlak. Dunnere werkstukken kunnen vastlopen
achter de parallelaanslag wat tot terugslag kan
leiden.
Terugslag - Oorzaken en overeenkomstige veilig-
heidsvoorschriften
Een terugslag is een plotselinge reactie van het
werkstuk als gevolg van een hakend, vastklemmend
zaagblad of een door het zaagblad schuin uitgevoer-
de zaagsnede in het werkstuk of als een deel van het
werkstuk tussen het zaagblad en de parallelaanslag
of een ander vast object wordt vastgeklemd.
In de meeste gevallen wordt bij een terugslag het
werkstuk door het achterste gedeelte van het zaag-
blad vastgegrepen, van de zaagtafel opgetild en in
de richting van de operator geslingerd. Een terugslag
is het gevolg van een onjuist of verkeerd gebruik van
de tafelcirkelzaag. Dit kan door passende voorzorgs-
maatregelen worden voorkomen, zoals hieronder be-
schreven.
a) Sta nooit direct in lijn met het zaagblad. Ver-
blijf altijd aan de zijde van het zaagblad waar
de aanslagrail zich bevindt.
Bij een terugslag kan het werkstuk met hoge snel-
heid naar personen worden geslingerd die voor
en op lijn met het zaagblad staan.
b) Grijp nooit over of achter het zaagblad om het
werkstuk aan te trekken of te steunen.
Hierdoor kan het zaagblad onvoorzien worden
aangeraakt of kan een terugslag ontstaan waar-
door uw vingers in het zaagblad kunnen worden
getrokken.
c) Houd en druk het werkstuk, dat wordt afge-
zaagd, nooit tegen het draaiende zaagblad.
NL | 91