Zelfbescherming en bescherming
van andere personen
Elektrische schokken kunnen tot de dood of
■
ernstige letsel leiden en kunnen een gevaar
vormen voor de werking van objecten (bijv.
beschadiging van het apparaat).
De werking van de spanningstester moet kort
■
vóór het gebruik worden gecontroleerd.
Zorg dat de meetleidingen en het apparaat in
■
goede toestand zijn.
Controleer het apparaat bij een bekende span-
■
ningsbron, bijv. 230 V stopcontact.
• Valt hierbij de weergave van een of meerdere
functies uit, mag het apparaat niet meer wor-
den gebruikt en moet het door een vakperso-
neel worden gecontroleerd.
Het apparaat uitsluitend aan de handgrepen
■
vastpakken, voorkom contact met de meet-
punten.
Veiligheid op de werkplek
Voorkom het gebruik van het apparaat in de
■
buurt van elektrische lasapparaten, inductie-
verwarmingen en andere elektromagnetische
velden.
Na een plotselinge temperatuurverandering
■
heeft het apparaat voor gebruik ca. 30 mi-
nuten stabilisatietijd nodig, zodat de IR-sensor
zich kan stabiliseren.
Het apparaat nooit langdurig aan hoge tempe-
■
raturen blootstellen.
Mijd stoffige en vochtige omgevingscondities.
■
In industriële omgevingen moeten de onge-
■
valpreventievoorschriften van de beroeps-
verenigingen voor elektrische installaties en
bedrijfsmiddelen worden opgevolgd.
Om beschadigingen van het apparaat te
■
voorkomen, de in de technische gegevens
opgegeven maximale ingangswaarden niet
overschrijden.
Let op de functiekeuzeschakelaar en controleer
■
of deze voor de meting in de juiste stand staat.
Tijdens de metingen met de vingers achter de
■
beschermring blijven.
Het +-teken op het apparaat toont bij DC-
■
gebruik de technische stroomrichting (zie
afbeelding).
48
Veiligheidsaanwijzingen
■
■
Algemene veiligheidsaanwijzingen
■
■
■
■
■
■
■
■
■
Voor het uitvoeren van dioden-, weerstands-
en doorgangsmetingen de condensatoren
ontladen en de te controleren apparaten van
de stroomvoorziening scheiden.
Spanningstests bij stopcontacten kunnen door
de minder goede verbinding met de inge-
bouwde contacten problemen opleveren en
tot vreemde resultaten leiden. Daarom moeten
daarnaast andere maatregelen worden
getroffen, om te waarborgen dat de leidingen
spanningsloos zijn.
Vóór het in gebruik nemen en na transport
altijd een visuele controle van het apparaat op
beschadigingen uitvoeren. Laat eventuele be-
schadigingen vóór het in gebruik nemen door
opgeleid servicepersoneel repareren.
Nooit met open batterijvak gebruiken!
De meetleidingen moeten tijdens het vervangen
van de batterijen worden losgekoppeld van het
meetcircuit.
Wordt het apparaat langere tijd niet gebruikt,
verwijder dan de batterijen, om het apparaat
te beschermen tegen beschadigingen.
Meetapparaten en toebehoren zijn geen speel-
goed en horen niet in kinderhanden!
Gebruik uitsluitend de meegeleverde veilig-
heidsmeetleidingen of vergelijkbare meetlei-
dingen, die voldoen aan CAT IV 600 V.
Om elektrische schokken te voorkomen,
moeten de voorzorgsmaatregelen worden op-
gevolgd, als met spanningen hoger dan 60 V
DC of 30 V AC wordt gewerkt Deze waarden
vormen volgens DIN VDE de grens van nog
aan te raken spanningen.
Het meetapparaat mag uitsluitend worden ge-
bruikt binnen de gespecificeerde meetbereiken.
Gebruik alleen origineel Würth-
toebehoren en originele Würth-
reserveonderdelen.