5.
Kantel of verplaats het apparaat niet als de watertank of het waterreservoir met water zijn gevuld.
6.
Controleer altijd of het apparaat waterpas staat.
DE AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKEN
Plaats schakelaar A (zie Afb. 10) op het bedieningspaneel op 'ON' ( I ) om de afstandsbediening te kunnen gebruiken.
De afstandsbediening is voorzien van 3 knoppen. (Zie Afb. 12). Richt de afstandsbediening op het rooster om het
apparaat te kunnen bedienen. (Zie Afb. 17). De afstandsbediening heeft de volgende functies:
I
Activeer de vlam door eenmaal op deze knop te drukken.
U hoort een pieptoon.
Stand-by
U hoort een pieptoon.
Onderhoud
ALGEMENE TIPS
Vul het apparaat uitsluitend met gefi lterd water.
Controleer altijd of het apparaat waterpas staat.
Leeg het waterreservoir en de watertank als u het apparaat meer dan 2 weken niet zult gebruiken.
Verplaats het geïnstalleerde apparaat niet en leg het nooit op de zijkant zonder dat u eerst het waterreservoir en de
watertank leegt.
Schakel het apparaat nooit in als de lampen niet functioneren.
Controleer de lampen regelmatig, zie "De lampen vervangen".
DE WATERTANK VULLEN
U hoort 2 pieptonen als de watertank leeg is en de vlam en de rook worden uitgeschakeld. Pas de volgende
procedure toe.
1.
Plaats de schakelaar 'A' op (
2.
Verwijder de houtset voorzichtig en leg deze opzij.
3.
Demonteer de watertank door deze op te tillen en uit het apparaat te halen.
4.
Plaats de watertank in de gootsteen en draai de dop, linksom open. (Afb. 7)
5.
Vul de watertank
uitsluitend met gefi lterd kraanwater. Op deze manier verlengt u de levensduur van het
apparaat dat de vlam en de rook produceert.
Filter het water aan de hand van een normaal huishoudelijk fi ltersysteem. Vervang het fi lter regelmatig.
6.
Draai de dop weer op de watertank. Draai deze niet te strak aan.
7.
Plaats de watertank in het waterreservoir met de dop naar beneden gericht en de platte zijde naar boven gericht.
(Afb. 8)
8.
Breng de houtset weer aan. (Afb. 9)
9.
Plaats de schakelaar 'A' op 'ON' (
DE LAMPEN VERVANGEN
Het is mogelijk dat een of meer lampen zijn doorgebrand als de vlam en de rook grijs of kleurloos zijn.
Controleer de lampen met de volgende procedure.
1.
Laat de vlam branden en verwijder de houetset en de watertank.
2.
Nu zijnde lampen en de mistuitlaat zichtbaar. Controleer welke lamp moet worden vervangen-.
3.
Plaats schakelaar 'A' op 'OFF' (
4.
Laat het apparaat minstens 20 minuten afkoelen alvorens u de lampen demonteert.
5.
Demonteer het waterreservoir, zie het hoofdstuk Reinigen.
6.
Demonteer de defecte lamp door hem verticaal op de tillen en uit de fi tting te verwijderen. (Zie Afb. 4 en 4a).
Vervang de lamp door een gekleurde lamp OPTIMYST 12V, 45W Gu.3 basis, 8° lichtbundel hoek.
7.
Breng de twee pennen van de lamp voorzichtig in de fi tting aan. Druk de lamp goed aan. (Zie Afb. 4 en 4a).
8.
Hermonteer het waterreservoir, de mistuitlaat, de watertank en de houtset.
REINIGEN
Waarschuwing – Plaats de schakelaar 'A' altijd op 'OFF' ( 0 ) (zie Afb. 10) en haal de stekker uit het stopcontact voor
u de sfeerhaard reinigt.
We raden u aan de volgende elementen iedere 2 weken te reinigen, en met name als u hard water gebruikt:
Watertank, waterreservoir, mistuitlaat, dop watertank en pakking, luchtfi lter.
Maak voor de reiniging gebruik van een schone en zachte doek – maak geen gebruik van schurende middelen.
Verwijder af en toe stof of vuil met de borstelmond van de stofzuiger.
0 ). (Zie Afb. 10)
I ). (Zie Afb. 10)
0 ) en haal de stekker uit het stopcontact.
33