5.1 Gebruik van pomp en cilinder
Raadpleeg de bij de pomp meegeleverde hand-
leiding voor het juiste gebruik en de toepassingen.
Motorpompen
Zet het stuurventiel op de pomp in de uitgaande
positie (poort A open) om de plunjer uit te sturen.
Om de plunjer in te sturen schakelt u het stuurventiel
in de retourpositie. De plunjerterugloop van CLL en
CLS cilinders gaat onder belasting. Een aanzienlijke
belasting is noodzakelijk om de plunjer volledig te
laten teruglopen. Om bij CLR cilinders de plunjer in
te sturen schakelt u het stuurventiel op de pomp in
de retourstand (poort B open).
5.2 Ontluchten van het systeem
Stuur de plunjer enkele malen in en uit zonder druk
op te bouwen. Het hydraulisch systeem is ontlucht
zodra de plunjer een gelijkmatige beweging maakt.
6.0 TOEPASSINGEN
Zware hefcilinders zijn geschikt voor toepassingen
als het wegen, heffen, laten zakken, ondersteunen,
verplaatsen en positioneren van offshore staal-
constructies en modules, weg- en waterbouwkundige
werkzaam heden,
reparatiewerkzaamheden
scheeps werven, enz.
8.1 STORINGSTABEL
probleem
1.
Cilinderplunjer
loopt niet uit, of
slechts langzaam
of stotend.
2.
Cilinderplunjer
loopt wel uit, maar
houdt de druk niet
vast.
3.
Cilinder loopt
langzaam,
gedeeltelijk of
helemaal niet
terug.
moGelijke oorZaak
A.
Te weinig olie in het pomp reservoir.
B. Ontlastklep van de pomp open.
C. Koppelingen/fittingen zijn niet goed
aangedraaid.
D.
Lucht in het systeem
E.
Plunjer zit vast.
A.
Lekkage in olieaansluitingen.
B. Beschadigde afdichtingen.
C. Inwendige beschadiging van de
pomp.
A.
Ontlastklep van de pomp dicht.
B. Te veel olie in pompreservoir.
C. Koppelingshelften niet
aaneengesloten.
D.
Lucht in het systeem.
E.
Beschadiging van de plunjer.
F.
Inwendige diameter van de
hydraulische slang te klein.
G. Er wordt geen of onvoldoende
kracht uitgeoefend op een onder
belasting teruglopende plunjer.
7.0 ONDERHOUD EN SERVICE
BELANGRIJK! Hydraulische apparatuur
mag alleen worden onderhouden door
een daarvoor opgeleide hydraulische
monteur. Neem voor reparaties contact
op met het dichtstbijzijnde erkende
ENERPAC-servicecentrum.
• Controleer regelmatig de conditie van alle
componenten in het hydraulische systeem op
slijtage of beschadigingen. Vervang beschadigde
componenten.
• Voorkom oververhitting van uw hydraulisch
systeem. De hydraulische olie mag niet warmer
worden dan 60˚C.
• Houd uw hydraulisch systeem en componenten
schoon.
• Controleer regelmatig of koppelingen en fittingen
nog goed bevestigd zijn. Slecht vastgedraaide
koppelingen
veroorzaken.
• Ververs hydraulische olie in uw systeem als
beschreven in de handleiding van de pomp.
8.0 STORINGEN VERHELPEN
op
De storingstabel §8.1 is bedoeld als hulpmiddel bij
het opsporen en vaststellen van problemen.
oplossinG
A.
Vul pompreservoir met olie. Lees de pomp-
instructies.
B. Sluit de ontlastklep.
C. Draai koppelingen en fittingen vast.
D.
Ontlucht het systeem overeenkomstig §5.2.
E.
Controleer de cilinder en plunjer op
beschadigingen. Laat de reparatie uitvoeren
door een ENERPAC technicus.
A.
Draai koppelingen en fittingen vast.
B. Lokaliseer de lekkages en laat de reparatie
uitvoeren door een ENERPAC technicus.
C. Laat de reparatie uitvoeren door een ENERPAC
technicus.
A.
Open de ontlastklep.
B. Verlaag het olieniveau. Lees de
pompinstructies.
C. Sluit koppelingshelften goed tegen elkaar aan.
D.
Ontlucht overeenkomstig §5.2.
E.
Laat de reparatie uitvoeren door een ENERPAC
technicus.
F.
Gebruik een hydraulische slang met een grotere
inwendige diameter.
G. CLL en CLS cilinders zijn enkelwerkende
cilinders waarvan de plunjer alleen terugloopt
onder belasting. Oefen een aanzienlijke kracht
uit op de plunjer om deze volledig te laten
teruglopen.
23
en
fittingen
kunnen
lekkage