nl
NEDERLANDS
bevindt. De machine na het uitschakelen pas
wegzetten wanneer de motor tot stilstand is
gekomen.
Voorkom onverhoeds aanlopen: De machine
altijd uitschakelen wanneer de stekker uit het
stopcontact wordt gehaald of wanneer zich een
stroomonderbreking heeft voorgedaan.
Bij de continu-inschakeling loopt de machine
verder wanneer hij uit de hand wordt
getrokken. Daarom de machine altijd met beide
handen aan de hiervoor bestemde handgrepen
vasthouden, ervoor zorgen dat u stevig staat en
geconcentreerd werken.
Zie pagina 2, afbeelding A.
Momentinschakeling:
Inschakelen: De blokkering (6) in de richting van de
pijl schuiven en vervolgens de drukschakelaar (7)
indrukken.
Uitschakelen: De drukschakelaar (7) loslaten.
Continu-inschakeling (afhankelijk van de
uitvoering):
Inschakelen: De blokkering (6) in de richting van de
pijl schuiven en vervolgens de drukschakelaar (7)
indrukken en ingedrukt houden. De machine is nu
ingeschakeld. Nu de blokkering (6) nogmaals in de
richting van de pijl schuiven om de drukschakelaar
(7) te vergrendelen (continu-inschakeling).
Uitschakelen: De drukschakelaar (7) indrukken en
loslaten.
8.2
Werkinstructies
Schuren:
De machine matig aandrukken en over het
oppervlak heen- en weer bewegen, zodat het werk-
stukoppervlak niet te heet wordt.
Grofslijpen: Voor een goed arbeidsresultaat dient u
te werken met een invalshoek van 30° - 40°.
Doorslijpen:
Bij het doorslijpen altijd in
tegengestelde richting (zie afbeelding)
werken. Anders bestaat het gevaar dat
de machine ongecontroleerd uit de
snede springt. Werk met een matige,
aan het materiaal aangepaste voorwaartse
beweging. Niet schuin wegdraaien, niet drukken,
niet trillen.
Werken met draadborstels:
De machine matig aandrukken.
9. Reiniging
Reiniging van de motor: De machine zeer
regelmatig en grondig via de achterste
ventilatiesleuven uitblazen met perslucht. Hierbij
moet de machine worden geborgd.
Knop (8) voor de instelling van de handgreep
(afhankelijk van de uitvoering): De knop af en
toe doorblazen (in ingedrukte toestand en in alle 3
posities van de hoofdhandgreep).
30
10. Storingen verhelpen
Machines met „X" in de typeaanduiding:
- Overbelastingsbeveiliging: De elektronische
signaalindicatie (5) licht op en het
lasttoerental neemt STERK af. De
motortemperatuur is te hoog! De machine in
onbelast toerental laten lopen tot hij afgekoeld is
en de elektronische signaalindicatie uitgaat.
- Overbelastingsbeveiliging: De elektronische
signaalindicatie (5) licht op en het
lasttoerental neemt LICHT af. De machine
wordt overbelast. Werk met gereduceerde
belasting verder tot de elektronische
signaalindicatie uitgaat.
- Metabo S-automatic
veiligheidsuitschakeling: De elektronische
signaalindicatie (5) licht op en de machine is
automatisch UITGESCHAKELD. Bij een te hoge
stroom-toenamesnelheid (zoals bijvoorbeeld bij
een plotselinge blokkering of terugslag) wordt de
machine uitgeschakeld. Machine bij de
drukschakelaar (7) uitschakelen. Vervolgens
weer inschakelen en normaal verder werken. Zorg
ervoor dat zich verder geen blokkeringen
voordoen. Zie hoofdstuk 4.2.
- Herstartbeveiliging: De elektronische
signaalindicatie (5) KNIPPERT en de machine
loopt niet. De herstartbeveiliging is geactiveerd.
Wordt de netstekker in het stopcontact gestoken
wanneer de machine ingeschakeld is of wordt de
stroomtoevoer na een onderbreking weer
hersteld, dan start de machine niet. De machine
uit- en weer inschakelen.
- De machine versnelt bij het inschakelen zeer
snel tot het maximale toerental, d.w.z. de
automatische aanloopstroombegrenzing (zachte
aanloop) functioneert niet. Er is sprake van een
elektronische fout, andere elektronische
veiligheidsfuncties staan niet meer ter
beschikking. Laat de machine direct repareren
(zie hoofdstuk 12.).
11. Accessoires
Gebruik uitsluitend originele Metabo accessoires.
Als u accessoires wilt aanschaffen, neem dan
contact op met uw leverancier.
Geef het type van de machine door aan uw
leverancier om de juiste accessoires te krijgen.
Zie bladzijde 4.
A Grofslijpschijf (alleen gebruiken wanneer de
beschermkap is aangebracht)
B Lamellensteunschijf (alleen gebruiken wanneer
de beschermkap is aangebracht)
C Beschermkap voor doorslijpschijf.
D Doorslijpschijf (alleen gebruiken wanneer de
beschermkap voor de doorslijpschijf is
aangebracht)
E Diamant-doorslijpschijven (alleen met
gemonteerde (doorslijp)beschermkap
gebruiken)
F Beschermkap voor doorslijpschijf met
geleidegroeven (op de machine plaatsen en