8.
Draai de sleufschroef weer vast
9.
Afsluiter aan de uitgang traag openen
5.2 Terugspoelen
Gedurende het terugspoelen is een inlaatdruk van tenminste
(dynamisch) 1,5 bar vereist. Het terugspoelinterval hangt af
van de vervuilingsgraad van het water. Ten laatste om de 6
maanden moet overeenkomstig EN 806-5 een terugspoeling
worden uitgevoerd. Onze aanbeveling ten minste om de 2
maanden! Om een geschikte en regelmatige binding van het
terugspoelinterval te waarborgen, adviseren wij om een
automatisch terugspoelsysteem te installeren Z11S.
Ook tijdens het terugspoelen kan er gefilterd water
worden afgetapt.
5.2.1 Manueel terugspoelen
Als de terugspoelwaterafvoer niet gebeurt via een directe
aansluiting, dan moet er vóór het terugspoelen een
opvangbak onder worden gezet.
1.
Kogelkraan door de terugspoelknop te draaien
openen tot aan de aanslag
• Markeringsbalk moet verticaal staan
• Het gepatenteerde terugspoelsysteem start
2.
Kogelkraan na ca. 3 seconden weer sluiten.
Procedure drie keer herhalen
• Wanneer het filter extreem vuil is, de procedure
kan enkele keren herhaald moeten worden
Met behulp van de Memory-Ring kan de volgende termijn
voor de manuele terugspoeling genoteerd worden.
5.2.2 Automatisch terugspoelen met Z11S
De terugspoelautomatiek Z11S is verkrijgbaar als
toebehoren. De automatiek zorgt betrouwbaar voor het
terugspoelen van het filter in instelbare intervallen tussen
4 minuten en 3 maanden.
6
Onderhoud
Om te voldoen aan EN 806-5 moeten
spaninrichtingen jaarlijks gecontroleerd en
onderhouden worden.
De onderhoudswerkzaamheden moeten door een
installatiebedrijf worden uitgevoerd, wij adviseren een
preventief onderhoudscontract af te sluiten met een
installateur.
Conform EN 806-5 moeten de volgende maatregelen worden
genomen:
6.1 Inspectie
6.1.1 Drukreduceerklep
1.
Afsluiters op uitlaat sluiten
2.
Controleer de uitlaatdruk met een drukmeter bij
stilstaande doorstroming
NL
• Wanneer de druk langzaam toeneemt, kan de klep
vuil of defect zijn. Voer in dat geval onderhoud en
reiniging uit (Zie 6.2 Onderhoud)
3.
Afsluiter aan de uitgang traag openen
6.1.2 Filter
•
Het filter moet regelmatig worden gereinigd bij
terugspoelen, min. om de 6 maanden (volgens
EN 806-5)
Onze aanbeveling ten minste om de 2 maanden!
•
Als dit niet gebeurt, dan kan het filter verstopt raken.
Drukval en dalende waterdoorstroming zijn het gevolg
•
De zeven van het filter zijn van roestvrij staal. Rode
bedekking als gevolg van roest uit de buisleidingen
heeft geen invloed op functie en filterwerking
VOORZICHTIG!
Zichtcontrole van de kogelklep niet vergeten. Bij
druppelvorming vervangen!
6.2 Onderhoud
Indien nodig kan de buitenkant van het oppervlak van
het filter combinatie worden gereinigd.
Gebruik alleen koud, schoon drinkwater om de
oppervlakken te reinigen! Andere reinigingsmiddelen
veroorzaken schade aan de kunststof componenten!
6.2.1 Drukreduceerklep
1.
Afsluiters op inlaat sluiten
2.
Laat de druk af aan de uitlaatzijde (bijvoorbeeld via
een waterkraan)
3.
Afsluiters op uitlaat sluiten
4.
Sleufschroef losdraaien.
• Verwijder de sleufschroef niet
VOORZICHTIG!
In de veerkap bevindt zich een drukveer. Als de
drukveer eruit springt, dan kan dit verwondingen tot
gevolg hebben.
• Waarborg dat de spanning in de drukveer wordt
verlaagd!
5.
Verlaag de spanning in de drukveer
• Draai de afstelhendel linksom (-) totdat deze niet
meer beweegt
• Draai de hendel niet te ver door!
6.
Schroef de veerkap los
• Gebruik een dubbele ringsleutel ZR10K
7.
Glijring eruit nemen
8.
Verwijder de klepeenheid met een tang
9.
Draai het filterhuis los en geleidingsstuk
• Gebruik een dubbele ringsleutel ZR10K
10.
Verwijder oude filterinzet en vervang door een
nieuwe!
11.
Gleufring eruit nemen
12.
O-ring op de zeefbeker steken
14
MU1H-1130GE23 R0220