INFORMATIE
UITRUSTING EN ACCESSOIRES
1.
Afscherming van de meslijst - 1 st.
WERKVOORBEREIDING
ACCU PLAATSEN / VERWIJDEREN
• Druk op de bevestigingsknoppen van de accu (9) en trek de accu
(8) naar beneden (afb. A).
• Plaats de opgeladen accu (9) in het handvat zodat de knoppen
van de blokkade een geluid geven (8).
ACCU OPLADEN
De accu wordt gedeeltelijk opgeladen geleverd. Het opladen van
de accu dient in de temperatuur tussen 4
nieuw accu of een door een langere periode niet gebruikte accu
gaat de volledige aandrijvingsvermogen na ong. 3 - 5 oplaadbeurten
bereiken.
• Verwijder de accu (9) uit het toestel (afb. A).
• Steek de oplader (10) in het stopcontact (230 V AC).
• Sluit het laadstation (9) op de oplader (10) aan (afb. B). Controleer
of de accu correct geplaatst werd (tot het einde ingeschoven).
Na aansluiting van de oplader op het netwerk (230 V AC) gaat de
groene diode (11) op de oplader branden, wat het aansluiten van
de spanning weergeeft.
Na het plaatsen van de accu (9) in de oplader (10) gaat de rode diode
(11) op de oplader branden, wat het opladen van de accu weergeeft.
Tegelijkertijd gaan de groene diodes (13) van de indicatie van de
oplaadstatus met een pulslicht in verschillende combnaties branden
(zie eronder).
• Pulslicht van alle diodes - de accu is leeg en moet worden
opgeladen.
• Pulslicht van 2 diode's - accu is gedeeltelijk leeg.
• Pulslicht van 1 diode - accu is bijn volgeladen.
Als de accu vol is, gaat de diode (11) op de oplader met een groen
licht branden en alle diodes van de indicatie van de oplaadstatus
van de accu (13) gaan met een constant licht branden. Na een
bepaalde tijd (ong. 15 sec.) gaan de diodes van de oplaadstatus van
de accu (13) dimmen.
De accu mag niet langer dan 8 uur worden opgeladen. De
overschrijding van deze tijd kan een beschadiging van de cellen
van de accu als gevolg hebben. Na het volladen van de accu
gaat de oplader niet automatisch uit. De groene diode op de
oplader gaat steeds branden. De diodes van de indicatie van de
oplaadstatus van de accu gaan na een bepaalde tijd dimmen.
Voordat de accu uit de oplader weg te nemen, onderbreek de
verbinding met de spanning. Vermijd korte, opeenvolgende
oplaadbeurten. Laad de accu's niet bij na een kort gebruik
van het toestel. Een aanzienlijke verkorting van de tijd tussen
de nodige oplaadbeurten houdt in dat de accu verbruikt en
uitgewisseld dient te worden.
Tijdens het oplaadproces raken de accu's zeer heet. Begin nooit
met het werk als de accu pas opgeladen werd – wacht totdat de
accu tot de kamertemperatuur afkoelt. Op die manier kunnen
de beschadigingen van de accu worden voorkomen.
INDICATIE VAN DE OPLAADSTATUS VAN DE ACCU
De accu is voorzien van een indicatie van de oplaadstatus van
de accu (3 LED diode's) (13). Om de oplaadstatus van de accu te
checken, druk op de knop van de indicatie van de oplaadstatus (12)
(afb. C). Het branden van alle 3 diodes geeft een hoog oplaadniveau
van de accu weer. Het branden van 2 diodes geeft een gedeeltelijk
lege accu weer. Het branden van alleen maar 1 diode geeft een lege
accu en de noodzaak van het opladen weer.
C-40
C te gebeuren. Een
0
0
89
VERSTELBAAR HOOFDHANDVAT
Voordat met het werk te beginnen, kan het meest comfortabele
positie van het hoofdhandvat worden ingesteld. Het handvat kan
in 3 standen zich bevinden door deze 90° naar links of rechts ten
opzichte van de basispositie om te draaien.
Tijdens de wijziging van de stand van het hoofdhandvat let
op, dat de knop van de hoofdschakelaar niet ingedrukt wordt
omdat dit het omdraaien gaat belemmeren.
• Druk op de blokkadeknop van het hoofdhandvat (5) (afb. D).
• Draai het hoofdhandvat naar de gewenste stand om.
• Het hoofdhandvat gaat automatisch in de gekozen stand
blokkeren.
WERK / INSTELLINGEN
AAN-/UITZETTEN
Voor het aanzetten, verwijder de afscherming van de meslijst en
monteer de accu.
De heggenschaar is van een veilige schakelaar voorzien waardoor
twee handen nodig zijn om het toestel aan te zetten.
Aanzetten – druk op de blokkadeknop van de hoofdschakelaar (4),
hou deze ingedrukt en druk op de hoofdschakelaar (6) (afb. E).
Uitzetten – maak de hoofdschakelaar (6) of blokkadeknop van de
hoofdschakelaar (4) los.
De heggenschaar werkt alleen pas na het tegelijkertijd
indrukken op de blokkadeknop van de hoofdschakelaar (4) en
de hoofdschakelaar (6). Het losmaken van een van deze knoppen
volgt met het stopzetten van het toestel. De veiligheidsrem van
de messen zorgt voor het stopzetten van de messen binnen 1 sec.
na het losmaken van de knop/schakelaar.
AANWIJZINGEN BETREFFENDE VEILIG GEBRUIK
Voordat met het werk te beginnen, controleer de heg op
aanwezigheid van onzichtbare voorwerpen zoals bv. hekwerk,
gaas ezv.
• Bij het bijsnijden van lange takken dient het werk stapsgewijs en
in lagen uitgevoerd te worden.
• Voer de werkzaamheden met de heggenschaar alleen indien de
heg droog is.
• Na afronding van het werk plaats de afscherming van de meslijst
erop (afb. F).
BIJSNIJDEN VAN HEGGEN
• Naast het bijsnijden van heggen kan de heggenschaar ook voor
het bijsnijden van struiken en heesters gebruikt worden.
• Het beste resultaat van het snijden wordt bereikt bij het leiden
van de meslijst zodat deze onder een hoek van 15
van de heg zich bevindt.
• De dubbelzijdige meslijst en contraroterende messen toelaten
om in beide richtingen of met een schommelbeweging te snijden
(afb. G).
• Om een gelijke hoogte van de heg te verkrijgen, is het aangeraden
om een touw of lijn over het bijgesneden rand van de heg te
plaatsen. De takken die over de aangegeven lijn zich bevinden,
dienen te worden bijgesneden (afb. H).
• Om de takken onder de messen te brengen, verschuif de meslijst
gelijkmatig naar voren en naar achteren over de snijlijn.
• De zijkanten van de heg dienen met boogachtige bewegingen
van beneden naar boven te worden bijgesneden (afb. I).
BEDIENING EN ONDERHOUD
Voordat
met
enige
installatie-,
bedieningswerkzaamheden te beginnen, verwijder de accu uit
het gereedschap.
ten opzichte
0
regel-,
reparatie-
of