deld wanneer de wielen in de voorwaartse rijrichting komen te staan.
· Draai aan weerszijden de ring boven het voorwiel naar buiten om de
zwenkwielen te ontgrendelen.
Variabele vering (h2)
· De voorwielen zijn voorzien van geïntegreerde variabele vering voor
extra comfort voor uw kind. Dankzij de variabele vering kunt u de mate
van vering aan het gewicht van uw kind aanpassen.
· Positie 1: Gebruik deze positie voor de reiswieg- en autostoelopstelling
voor kinderen jonger dan 6 maanden.
· Positie 2: Gebruik deze positie voor de wandelwageninzet- en auto-
stoelopstelling voor kinderen ouder dan 6 maanden.
Het oppompen van luchtbanden (i2 accessoire: luchtbandenset achterwielen)
· De luchtdruk in de luchtbanden kan na verloop van tijd afnemen. Con-
troleer de druk regelmatig en pomp de banden indien nodig op.
· Druk de pomp stevig op het ventiel. Pomp de banden op tot de ge-
wenste luchtdruk bereikt is. De luchtdruk in de banden mag nooit ho-
ger zijn dan 16 PSI / 1,1 bar.
· Luchtbanden kunnen op sommige oppervlakken afdrukken achterlaten.
De rem (i)
· Druk het pedaal met uw voet omlaag om de rem te blokkeren.
· Druk het pedaal met uw voet omhoog om de rem te deblokkeren.
De duwstang (j)
· De duwstang is uitgerust met drie hoogtestanden. Druk de duwstang-
verstelknop in en beweeg de duwstang omhoog of omlaag terwijl u de
knop ingedrukt houdt.
· Laat de knop los wanneer de duwstang zich in de gewenste stand
bevindt.
De reiswieg (tot 9 kg)
· De reiswieg is geschikt om kinderen vanaf de geboorte tot 9 kg liggend
te vervoeren.
· De reiswieg is niet geschikt voor kinderen die zelfstandig kunnen zit-
ten, omrollen of opdrukken op handen en knieën.
· U kunt de reiswieg ook los van het frame gebruiken.
· Contoleer de bodem, de randen en de draagbanden van de reiswieg
regelmatig op slijtage.
· Zorg bij alle onderstaande handelingen dat het frame volledig is uitge-
vouwen en de rem geblokkeerd is.
14