nl
|
Beschrijving
3
Beschrijving
3.1
Productoverzicht
Warmtebeeldcamera
zie afbeelding A , B en C op de uitvouwpagina
1
Contactpunten van de laadschaal
2
LED
3
Display
4
AAN/UIT-knop
5
Handlussen
6
Bevestigingsringen voor uittrekbare draagband
7
Laadcontacten
8
Venster van de IR-camera
Display
Zie afbeelding D op de uitvouwpagina
9
Het symbool geeft de modus voor het hoge temperatuurbereik aan.
Deze modus wordt automatisch geselecteerd, zodra een groot deel
van het getoonde warmtebeeld 130°C overschrijdt.
10
Oververhittingswaarschuwing
Het symbool knippert, zodra de temperatuur in de camera de
bovengrens nadert. Het symbool brandt continu, zodra de maxi-
male temperatuur is bereikt. De camera schakelt dan automatisch
uit.
48
11
Gemiddelde temperatuur die in het midden van de groene marke-
ring wordt gemeten. Het bereik waarin de temperatuur wordt geme-
ten, hangt af van de afstand tot de gemeten objecten. Hoe groter
de afstand tot de gemeten objecten is, des te groter het bereik
waarin de temperatuur wordt gemeten, en des te onnauwkeuriger
de temperatuuraanduiding van afzonderlijke objecten. Nauwkeuri-
ger temperatuurmetingen kunnen worden bereikt door de afstand
tot het object te verkleinen.
12
Kleurenschaal met temperatuuraanduiding
13
Weergave van de laadstatus
3.2
Beschrijving van de werking
De warmtebeeldcamera levert warmtebeelden die de temperaturen van de
bekeken gebieden en voorwerpen weergeven.
De temperaturen worden weergegeven in graad Celsius of in graad Fahrenheit.
Voorwerpen met een temperatuur tot 200 °C (400 °F) worden in grijstinten
weergegeven. Lage temperaturen worden aangegeven met donkergrijze tinten,
hoge temperaturen met lichtgrijze tinten. Temperaturen tussen 200 °C (400 °F)
en 650 °C (1200 °F) worden volgens de kleurenschaal weergegeven.
Zodra het symbool "Oververhittingswaarschuwing" knippert, moet de
warmtebeeldcamera uitgeschakeld en uit de hete omgeving verwijderd worden.
Wanneer de maximaal toelaatbare binnentemperatuur is bereikt, schakelt de
warmtebeeldcamera automatisch uit.
De accu, die in de warmtebeeldcamera zit, kan worden opgeladen met de
bijgeleverde laadschaal. Voor stationair gebruik wordt de laadschaal op de
netvoeding aangesloten via de meegeleverde netvoedingsadapter. Indien de
laadschaal in een voertuig is geïnstalleerd, wordt de auto-adapter gebruikt.
3.3
Beoogd gebruik
De warmtebeeldcamera is een apparaat voor ondersteuning bij zoek- en
reddingsacties en bij brandbestrijding, wanneer het zicht door slechte
lichtomstandigheden of door rook wordt belemmerd.
Gebruiksaanwijzing
|
Dräger UCF FireVista