GB
FR
DE
ES
IT
WERKING
Detectiebereik testen:
De testmodus laat u toe het gebied dat wordt beschermd te beoordelen en, indien
nodig, de positie van het apparaat af te stellen om zeker te zijn dat het gewenste
gebied wordt gedekt.
Toegang tot de testmodus: druk op de bel-/alarmknop en houd deeze ingedrukt en druk
dan op de #-knop. Het apparaat zal ca. 30 seconden de tijd nemen om het gebied te
scannen, vervolgens zal de LED knipperen en zal er een korte toon weerklinken zolang
het apparaat beweging decteert. Wandel rond in het gebied waar bewegingsdetectie
wordt gewenst. Telkens wanneer de LED permanent gaat branden en het geluid stopt,
bent u buiten het bereik waarbinnen het apparaat beweging kan detecteren.
Om de testmodus te verlaten: druk op de bel-/alarmknop en houd deze ingedrukt en
druk dan op de #-knop.
OPMERKING: de toegang tot de testmodus is enkel mogelijk via het toetsenbord.
APPARAAT ACTIVEREN/DEACTIVEREN
Zie figuur 4.
Wanneer het apparaat activeert, is de alarmmodus de standaardkeuze.
Om het apparaat via het toetsenbord te activeren:
Voer uw persoonlijke veiligheidscode in.
■
Druk op de activeren-knop.
■
Eens geactiveerd heeft u ongeveer 30 seconden om te kiezen tussen de bel- of
■
alarmmodus en de plaats te verlaten.
NL
PT
DK
SE
FI
NO
RU
PL
CZ
HU
Nederlands
Om het apparaat via de afstandsbediening te activeren:
Druk op de activeren-knop.
■
Eens geactiveerd heeft u ongeveer 30 seconden om de plaats te verlaten.
■
OPMERKING: u kunt niet kiezen tussen bel en alarm wanneer u de
afstandsbediening gebruikt. Om te kiezen tussen bel en alarm, moet u het
toetsenbord van het bewegingsalarm gebruiken.
Om het apparaat via het toetsenbord te deactiveren:
Voer uw persoonlijke veiligheidscode in.
■
Druk op de DEACTIVEREN-knop.
■
Om het apparaat via de afstandsbediening te deactiveren:
Druk op de DEACTIVEREN-knop.
■
WERKING VAN DE BEL-/ALARMMODUS
Wanneer het apparaat in de belmodus staat:
Eens geactiveerd zal een auditief signaal weerklinken zodra iemand in de
■
gezichtslijn van de sensor komt. Het alarm zal elke 2 seconden weerklinken tot de
persoon de plaats verlaat. Pas als de sensor niet langer beweging detecteert, zal
het terug naar de geactiveerde toestand omschakelen.
Wanneer het apparaat in de alarmmodus staat:
Eens geactiveerd, zal een alarmsequentie beginnen, 2 seconden nadat de sensor
■
voortdurende beweging heeft gedetecteerd. Dit helpt overlast van alarms te
voorkomen, zoals bij dieren die de plaats vlug betreden en verlaten.
52
RO
LV
LT
EE
HR
SI
SK
GR
TR