NEDERLANDS
tegen scherpe kanten, olie en hitte
beschermen.
Het verlengsnoer mag niet in con-
tact komen met de te transporteren
vloeistof.
Netstekker uit het stopcontact trek-
ken:
vóór alle werkzaamheden aan
het apparaat;
wanneer zich personen in het
zwembad of in de tuinvijver
bevinden.
A
Gevaar door gebreken aan het
apparaat!
Als u bij het uitpakken van het appa-
raat transportschade vaststelt, dan
moet u daar onmiddellijk uw leve-
rancier van op de hoogte stellen.
Neem het apparaat niet in bedrijf.
Controleer het toestel, vooral netka-
bel en netsteker vóór iedere inge-
bruikneming op eventuele beschadi-
gingen.
Levensgevaar
elektrische schok!
Een beschadigd apparaat mag pas
opnieuw worden gebruikt nadat het
deskundig werd hersteld.
Voer nooit zelf herstellingen uit aan
het apparaat! Uitsluitend vakmen-
sen mogen reparaties aan pompen
en drukvaten uitvoeren.
5. Voor het gebruik
U kunt het apparaat makkelijk zelf plaat-
sen en aansluiten.
Raadpleeg in geval van twijfel uw han-
delaar of een elektromonteur.
5.1
Hydromaat monteren
(aleen voor HWA)
3
Opmerking:
Vóór de eerste ingebruikname
moet de hydromaat worden aange-
schroefd (afbeelding al naar uitvoering).
17
16
19
28
1.
Controleren of de pomp uitgescha-
keld en de netstekker van de pomp
(18) niet ingestoken is.
2.
Adapter (16) op de drukaansluiting
van de pomp schroeven.
3.
Hydromaat (17) op de adapter zet-
ten en met wartelmoer vastschroe-
ven.
4.
Hydromaat zo uitrichten dat zijn
bedienzijde gemakkelijk bereikbaar
is.
5.
Netstekker van de pomp (18) in de
netkoppeling (19) van de hydromaat
steken.
5.2
Plaatsing
Het apparaat moet op een horizon-
tale, vlakke ondergrond staan, die
geschikt is voor het gewicht van het
apparaat met watervulling.
Om trillingen te vermijden, dient het
apparaat op een elastische onder-
grond te worden geplaatst.
door
De montageplaats moet goed ver-
lucht zijn en beschermd tegen
inwerking van weer en wind.
Bij gebruik aan tuinvijvers en
zwembaden moet het apparaat zo
worden opgesteld dat het niet nat
kan worden bij overstromingen en
niet in het water kan vallen. Bijko-
mende wettelijke voorschriften moe-
ten worden nageleefd.
5.3
Zuigleiding aansluiten
3
Opmerking:
Voor de aansluiting benodigt u
eventueel
"Leverbaar toebehoren").
A
Let op!
De zuigleiding moet zo worden
gemonteerd dat ze geen mechanische
kracht of interne spanning op de
pomp uitoefent.
A
Let op!
Bij verontreinigde transport-
media moet u absoluut een zuigfilter
gebruiken om de pomp te bescher-
men tegen zand en vuil.
3
Opmerking:
Om te voorkomen dat bij uitge-
schakelde pomp het water afloopt, is
een terugslagklep aan te bevelen.
Alle schroefverbindingen moeten
met schroefdraadafdichtband wor-
den afgedicht; lekkages veroorza-
ken een luchtaanzuiging en reduce-
ren of belemmeren de aanzuiging
van water.
-De zuigleiding dient ten minste 1"
(25 mm) binnendoorsnede te heb-
18
ben; ze moet knik-, druk- en
vacuümvast zijn.
verder
toebehoren
(zie
De zuigleiding moet zo kort mogelijk
worden gehouden, omdat het trans-
portvermogen
met
lengte van de zuigleiding afneemt.
De zuigleiding moet naar de pomp
toe constant stijgen om luchtblazen
te voorkomen.
De watertoevoer moet verzekerd
zijn, en het einde van de zuigleiding
moet zich steeds in het water bevin-
den.
5.4
Drukaansluiting
3
Opmerking:
Voor de aansluiting benodigt u
eventueel
verder
toebehoren
"Leverbaar toebehoren").
A
Let op!
De drukleiding moet zo worden
gemonteerd dat ze geen mechanische
kracht of interne spanning op de
pomp uitoefent.
Alle schroefverbindingen moeten
worden afgedicht met schroefdraad-
afdichtband om te verhinderen dat
water ontsnapt.
Alle delen van de drukleiding moe-
ten drukbestendig zijn.
Alle delen van de drukleiding moe-
ten deskundig gemonteerd zijn.
A
Gevaar!
Door het gebruik van niet-druk-
bestendige delen of ondeskundige
montage kan de drukleiding tijdens
het gebruik barsten. Vloeistof die
onder hoge druk uit de leiding spuit
kan letsel veroorzaken!
5.5
Netaansluiting
B
Gevaar door elektriciteit!
Gebruik het apparaat niet in een natte
omgeving en alleen als de volgende
voorwaarden vervuld zijn:
Het apparaat mag alleen worden
aangesloten op veiligheidswand-
contactdozen die deskundig geïn-
stalleerd, geaard en getest zijn.
Netspanning en zekeringen moe-
ten voldoen aan de technische
gegevens.
Bij zwembaden, tuinvijvers en op
soortgelijke plaatsen moet het
apparaat worden uitgerust met
een verliesstroomschakelaar (FI-
schakelaar,
30 mA)
0100 -702, -738).
Het
gebruik
van
stroomschakelaar
wordt
meen aanbevolen als veiligheids-
maatregel.
Bij bedrijf in openlucht moeten de
elektrische verbindingen spatwa-
terdicht zijn; ze mogen niet in
water liggen.
toenemende
(zie
(DIN
VDE
een
velies-
alge-