Verlengsnoeren moeten een vol-
doende
grote
aderdoorsnede
bezitten (zie "Technische gege-
vens"). Kabeltrommels moeten
volledig afgerold zijn.
5.6
Pomp vullen en aanzui-
gen
A
Let op!
Bij iedere nieuwe aansluiting
of bij waterverlies resp. luchtaanzui-
ging moet de pomp met water worden
gevuld. Inschakelen zonder watervul-
ling vernielt de pomp!
3
Opmerking:
De zuigleiding hoeft niet te wor-
den gevuld, omdat de pomp zelfaanzui-
gend is. Afhankelijk van de lengte van
de leiding kan het een tijdje duren voor
de druk is opgebouwd.
1.
Draai er de watervulschroef samen
met de dichting uit.
2.
Giet langzaam zuiver water in de
opening tot de pomp gevuld is.
3.
Als u de aanzuigtijd wilt verkorten,
kunt u ook de zuigleiding vullen.
4.
Schroef
er
de
watervulschroef
samen met de dichting opnieuw in.
5.
Drukleiding
openen
resp. sproeier opendraaien), zodat
bij het aanzuigen lucht kan ontsnap-
pen.
6.
Apparaat inschakelen (zie "Bedrijf").
7.
Schakel het apparaat uit zodra het
water gelijkmatig uit de opening
stroomt.
6. Bediening
Pomp en zuigleiding moeten aangeslo-
ten en gevuld zijn (zie "Voor de inwer-
kingstelling").
A
Let op!
De pomp mag niet drooglopen.
Er moet steeds genoeg transport-
vloeistof (water) aanwezig zijn.
Wanneer de motor niet start, de
pomp geen druk opbouwt of soort-
gelijke effecten optreden, schakel
het apparaat uit - en probeer dan de
storing te verhelpen (zie "Problemen
en storingen").
Pompkarakteristiek
Op de pompkarakteristiek kunt u de ver-
houding aflezen tussen de drukhoogte
en het debiet.
(Pompkarakteristiek
0,5 m en 1"-zuigslang.)
(Pompkarakteristiek
0,5 m en 1"-zuigslang.)
(waterkraan
(Pompkarakteristiek
0,5 m en 1"-zuigslang.)
6.1
Pomp in bedrijf nemen
3
Opmerking:
De pomp draait, zo lang de in-/
uit-schakelaar is ingeschakeld.
1.
Steek de netstekker in het stopcon-
tact.
2.
Schakel de pomp in met de Aan/Uit-
schakelaar.
3.
Drukleiding
resp. sproeier opendraaien).
4.
Controleer of er water uit de opening
stroomt!
A
Let op!
Laat de pomp maximaal 10
minuten lopen met gesloten druklei-
ding, anders kan door oververhitting
van het water schade ontstaan in de
pomp.
voor
zuighoogte
P 3300 S
voor
zuighoogte
voor
zuighoogte
openen
(waterkraan
NEDERLANDS
6.2
Pomp met hydromaat
(HWA) in bedrijf nemen
3
Opmerking:
De pomp met hydromaat is bedrijfsge-
reed, zo lang de in-/uitschakelaar is
ingeschakeld.
De hydromaat
schakelt de pomp in, wanneer water
wordt benodigd (bij geopende druk-
leiding daalt de waterdruk onder de
inschakeldruk);
schakelt
de
pomp
10 seconden na sluiten van de druk-
leiding uit (bij gesloten drukleiding
stijgt de waterdruk);
schakelt als droogloopbescherming
de pomp uit, wanneer geen water
wordt getransporteerd (lucht in de
zuigleiding).
20
21
22
20 Spaningslampje (groen)
21 Pomplampje (wit)
22 Reset-toets
1.
Steek de netstekker in het stopcon-
tact.
2.
Controleren of het spanningslampje
(20) brandt.
3.
Drukleiding openen.
4.
Reset-toets
(22)
indrukken.
pomp start.
Wanneer na ongeveer 10 seconden
geen water wordt getransporteerd,
schakelt de hydromaat uit. Dan de
reset-toets (22) zo lang ingedrukt
houden, tot water vrijkomt.
Wanneer na ongeveer 3 minuten
geen water vrijkomt, zuigleiding con-
troleren.
ongeveer
De
29