3
INHALATIE
3.1 Montage van de vernevelaar
VOORZICHTIG
Controleer vóór elk gebruik alle onderdelen van de verneve-
laar en het toebehoren. Vervang gebroken, vervormde of
sterk verkleurde onderdelen. Neem bovendien de volgende
aanwijzingen voor montage in acht. Beschadigde onderdelen
en een verkeerd gemonteerde vernevelaar kunnen afbreuk
doen aan de werking van de vernevelaar en daarmee aan
de therapie.
• Steek het sproeieropzetstuk in
het onderste deel van de ver-
nevelaar.
• Zet het sproeieropzetstuk met
een lichte draai naar rechts
vast.
• Bevestig de aansluitslang aan
de vernevelaar.
– 174 –